„Netwerken in wijk niet weg laten glippen”
APELDOORN (ANP). De spanningen tussen islamitische bewoners van de Haagse Schilderswijk en anderen lopen op. Allerlei groepen demonstreren tegen elkaar. Woensdag deed PVV-leider Geert Wilders een duit in het zakje door op te roepen tot een nieuwe demonstratie. „Je ziet in die wijk een actie-reactiepatroon dat zich versterkt”, zegt lector openbare orde en gevaarbeheersing Otto Adang van de Politieacademie in Apeldoorn. Vijf vragen.
Is de situatie in de Schilderswijk uniek?
Nee, dit gebeurt vaker. Bijvoorbeeld in Culemborg, waar Molukkers het aan de stok kregen met autochtonen en in Ede, waar moslims na 9/11 op straat zouden hebben gedanst. Zodra anderen, onder wie politici, daar etiketten op gaan plakken als ‘rassenrellen’, neemt de onrust toe en worden zaken groter gemaakt dan ze zijn.
Hoe is het zover gekomen?
Er gebeuren dingen in de wereld en mensen reageren daarop. Op dit moment spelen er veel discussies door elkaar heen, zoals de toestand in Gaza, de situatie in het Midden-Oosten en Oekraïne. Demonstranten met allerlei doelen willen zich uiten en dat is prima, want dat kan in onze rechtsstaat.
Moet er een demonstratieverbod komen in de Schilderswijk?
Nee, zeker niet. Demonstreren hoort bij de vrijheid van meningsuiting. Het is een groot goed dat dat in Nederland kan. Het recht op demonstreren is een grondrecht en geregeld in de Wet openbare manifestaties. Een burgemeester moet heel zware argumenten hebben om een demonstratie te verbieden. Zelfs aangekondigde tegendemonstraties zijn daarvoor niet voldoende.
Wat moet hij dan doen?
Van tevoren heel goede afspraken maken met de organisatie, onder andere over ordehandhaving en ongewenst gedrag. Met de politie vooraf bespreken of relschoppers meteen in de kraag worden gevat, met het risico op escalatie, of achteraf worden opgepakt. Bij tegendemonstraties is het wel handig de groepen uit elkaar te houden door een gebiedsbeperking op te leggen.
Is dat voldoende voor de wijkbewoners?
Heel belangrijk is dat de burgemeester zich aan hen laat zien als burgervader. Hij moet tonen dat hij wijkbewoners beschermt en dat ze zich veilig kunnen voelen. Onderzoek heeft aangetoond dat dat effectief is, dat het uitbarstingen voorkomt. Daarvoor is het wel nodig om netwerken in een buurt goed vast te houden. We zijn daar in Nederland goed in met onze wijkagent, onze buurtwerkers en contactpersonen. Juist in dit soort situaties is het belangrijk dat iedereen weet hoe de lijntjes in een wijk lopen. Als we dat door bezuinigingen laten glippen, is het voorspelbaar dat de boel veel eerder uit de hand gaat lopen.’’