Gemeenten bepleiten nationale strategie tegen bodemdaling
AMSTERDAM. Er is een nationale aanpak nodig van de stijgende risico’s en kosten van bodemdaling. Daarvoor pleiten onderzoekers en gemeenten. Ze waarschuwen voor miljardenschade in de komende decennia, berichtte Het Financieele Dagblad (FD) donderdagmorgen.
Doordat tientallen steden en dorpen in het westen van het land en in de Friese veenweidegebieden gebouwd zijn op een metersdikke veenbodem, zakken die omlaag. Bewoners en lokale overheden krijgen te maken met schade aan woningen en infrastructuur en met wateroverlast.
Daling van de bodem is een geleidelijk proces met grote gevolgen. Omdat gemeenten steeds meer moeite hebben om de extra onderhoudskosten van verzakkingen te dragen, wordt schade zichtbaar en overlast voelbaar. Straten verzakken en staan na een fikse regenbui blank. Rioleringen knappen en houten funderingen gaan rotten. Maandag liepen straten in delen van Nederland onder na zware regenbuien.
Onder meer in het Utrechtse dorp Kockengen ontstond forse wateroverlast. Er werden vijf noodpompen geplaatst om de extreme hoeveelheid regen af te voeren. Wethouder P. de Groene (D66) van de gemeente Stichtse Vecht, waar Kockengen onder valt, meldde: „Kockengen is door zijn ligging extra kwetsbaar, waardoor wateroverlast eerder optreedt en vaak groter is dan elders. De gemeenteraad heeft 20 miljoen euro gereserveerd om de woongebieden van Kockengen op te hogen. In september wordt daarmee gestart. De klus gaat echter ruim tien jaar duren.”
De bodemdalingsproblematiek verergert in hoog tempo, schrijft Het Financieele Dagblad. „Steden als Woerden en Gouda zakken 1 tot 2 centimeter per jaar”, zegt J. Vente (SGP-ChristenUnie), wethouder van Bergambacht en voorzitter van het Platform Slappe Bodem (PSB), een vereniging van gemeenten die met de problematiek kampen. Volgens verschillende onderzoekers zijn de kosten van bodemdaling enorm. Onderzoeksinstituut Deltares in Delft schat dat de schade aan stedelijke infrastructuur en funderingen tot 2050 kan oplopen tot 25 miljard euro. De meerkosten aan onderhoud voor gemeenten worden geschat op 250 miljoen per jaar.
Tegenmaatregelen zijn lastig: het ophogen van straten en tuinen met zand is noodzakelijk, maar verhoogt de druk op de bodem verder, evenals het verlagen van het sloot- en grondwaterpeil. Alles wat niet onderheid is, verzakt daardoor. Bij wijze van antwoord schroeven gemeenten met een zogeheten slappe bodem hun onderhoudsfrequentie omhoog. Maar daarmee worden ze ook op kosten gejaagd. Het ophogen met lichte materialen en het bouwen met duurzame technieken kunnen bodemdaling tegengaan. „Daar hebben gemeenten de financiën echter niet voor”, zegt Vente.
In Zegveld (Utrecht), aldus het FD, wordt een wijk 70 centimeter hoger gelegd. De bodem in het dorp daalt 1,5 centimeter per jaar.