„Omvliegen beste bescherming voor passagiervliegtuig”
AMSTERDAM. Er bestaan antiraketsystemen voor vliegtuigen, maar die zijn zeer kostbaar. Ze worden daarom vrijwel alleen toegepast in militaire toestellen. Als de situatie boven een bepaald gebied te gevaarlijk wordt voor passagiersvliegtuigen, geldt voor hen: omvliegen.
„Vermijden is de beste bescherming die je kunt bieden”, stelt Joris Stronkman, principal R&D program manager bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) in Amsterdam. „Dat geldt voor burger- en voor militaire vliegtuigen. Maar omdat dit met militaire toestellen niet altijd kan, wil je die tegen raketaanvallen beschermen.” Bij het ontwikkelen, testen en evalueren van dergelijke zelfbeschermingssystemen voor vliegtuigen is het NLR betrokken.
Raketten kunnen op verschillende manieren naar hun doel geleid worden, legt Stronkman uit: via radar, infrarood en optische systemen. „Indien dergelijke raketsystemen in een risicogebied aanwezig zijn, wil je vanuit militair oogpunt voor die typen wapens een vorm van bescherming hebben aan boord van een vliegtuig.” Bekend en berucht zijn de zogeheten MANPADS, Man-Portable Air Defense Systems, die vanaf de schouder kunnen worden afgevuurd. Ze worden onder meer gebruikt in het Midden-Oosten – Syrië, Irak en Afghanistan. „Het zijn hittezoekende raketten. Hun bereik is beperkt en ze vormen daardoor vooral een gevaar bij take-off en landing.”
De bescherming tegen dit type raketten bestaat uit waarschuwingssensoren in de vliegtuigromp die detecteren wanneer er een projectiel wordt afgevuurd. Het antiraketsysteem treedt dan in werking en schiet flares, hittefakkels, af of stuurt een infrarood stoorsysteem aan, een zogenaamd Directed InfraRed Counter Measure (DIRCM)-systeem. Die moeten het projectiel op een dwaalspoor brengen en wegleiden van het toestel.
Om radargeleide missiles op afstand te houden, worden wel metaalsnippers –chaff– uitgestrooid of wordt een radarstoorsignaal uitgezonden. „Chaff werd al in de Tweede Wereldoorlog gebruikt.”
Op cruisehoogte –10 à 11 kilometer– bevinden vliegtuigen zich buiten het bereik van de meeste rakettypen, geavanceerde raketsystemen daargelaten. Of en door wat voor projectiel het toestel van Malaysia Airlines is getroffen, daarover wil de NLR-expert „niet speculeren.” Om op zo’n grote hoogte doel te kunnen treffen, moet het wel een „geavanceerd, groot missilesysteem” geweest zijn.
Passagiersvliegtuigen hebben daar geen bescherming tegen. „Als het gaat om bescherming tegen infrarood of radargeleide raketten praat je over kostbare systemen. Vele miljoenen per toestel.” De oplossing is simpeler, stelt Stronkman. „Vermijdt een gebied waar een risico is. Omvliegen is goedkoper dan antiraketsystemen.”
De afweging of het verantwoord is om over een onrustige regio te vliegen en op welke hoogte, is een afweging die landen en luchtvaartmaatschappijen maken op basis van de situatie in dat gebied. Het luchtruim boven Oost-Oekraïne was tot donderdagmiddag gewoon open, stelde Steven Verhagen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Verkeersvliegers vrijdag in de Volkskrant. „Er is niemand geweest die zei: Vlieg daar niet overheen.” Wel zou de Russische verkeersleiding een paar dagen daarvoor hebben gemeld dat het verboden was om lager te vliegen dan 7900 meter, maar het toestel van Malaysia Airlines vloog donderdag waarschijnlijk op 10 kilometer of mogelijk zelfs nog hoger.