UTRECHT. Zorgverleners hebben afgelopen jaar ruim 41.000 keer contact opgenomen met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) voor advies over de behandeling van een patiënt met vergiftigingsverschijnselen. Maandag presenteerde het centrum, verbonden aan het UMC Utrecht, zijn jaaroverzicht 2013.
Is een product onveilig, dan wordt dat al snel duidelijk doordat het Utrechtse expertisecentrum daar in korte tijd meerdere telefoontjes over krijgt. Maar het blijft niet bij signaleren, het NVIC onderneemt in zo’n geval ook actie, zo schrijven artsen Irma de Vries en Jan Meulenbelt in hun voorwoord. Zo noteerden medewerkers in 2013 „diverse meldingen over voedingssuplementen die na gebruik ernstige gezondheidsklachten veroorzaakten. Door snelle communicatie hierover met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit konden sommige van deze producten van de markt worden gehaald en konden gebruikers middels een waarschuwing op de gevaren geattendeerd worden.”
Het centrum vormt een vraagbaak voor huisartsen, medewerker van de spoedeisende hulp en andere zorgverleners die te maken krijgen met acute vergiftigingen. Het NVIC geeft hun informatie over de mogelijke gevolgen van een vergiftiging en hoe die het beste kan worden behandeld. Omdat het in zo’n situatie belangrijk is om snel de juiste beslissingen te nemen, is de dienst 24 uur per dag bereikbaar, 7 dagen per week.
Het telefonisch consult betrof in 59 procent van de gevallen inname van een geneesmiddel. Bij bijna de helft van de volwassenen was de ingenomen dosis zo hoog dat het NVIC adviseerde de patiënt door te verwijzen naar het ziekenhuis voor observatie en behandeling. Bij kinderen onder de 13 werd ziekenhuisopname in minder dan 10 procent nodig geacht. De Vries: „Dit verschil wordt veroorzaakt doordat kinderen meestal per ongeluk een geneesmiddel innemen, bijvoorbeeld als snoepje. Bij volwassenen gaat het vaak om moedwillige overdosering. Dan is de ingenomen dosis doorgaans hoger.”
Een opvallende stijging constateerden de artsen rond de blootstelling van kinderen aan vloeibare wasmiddelen (201 in 2011; 381 in 2012; 445 in 2013). Afgelopen jaar ging dat in meer dan de helft van de gevallen om ”liquid caps”, capsules van oplosbaar folie gevuld met wasmiddel. Wanneer kinderen dat via de mond binnenkrijgen, kan dat misselijkheid en braken veroorzaken. De Vries: „Liquid caps lijken meer schade te veroorzaken dan reguliere vloeibare wasmiddelen. Wanneer wasmiddel uit een liquid cap in de ogen komt, kan dit ernstige oogschade opleveren.”
Na een jarenlange stijging daalde het aantal telefonische informatieverzoeken in 2013 licht: van 42.334 in 2012 naar 41.338 in 2013 (-2,4 procent). De NVIC-medewerkers denken dat dit komt doordat er meer artsen gebruikmaken van vergiftigingen.info. Via die website kunnen medisch specialisten zelf risicoanalyses uitvoeren en behandelprotocollen raadplegen. Vorig jaar werd er 10.864 keer op een specifieke stof gezocht; het document over paracetamol werd het vaakst ingezien. Met name artsen van de spoedeisende hulp maakten een risicoanalyse, en deden dat in totaal 13.154 keer.