De rechter deed uitspraak in een beroepsprocedure die was aangespannen door een van de exploitanten van de prostitutieboten. Die had eerder bezwaar gemaakt tegen de gemeentelijke beslissing om de vergunningen in te trekken. Utrecht verklaarde dat bezwaar ongegrond waarop de exploitant in beroep ging.

Volgens de rechtbank blijkt uit meerdere strafrechtelijke onderzoeken dat de aanwijzingen voor mensenhandel langs het Zandpad en de prostitutieramen aan de Hardebollenstraat kloppen. Zo moest een 8 maanden zwangere vrouw met een gebroken enkel toch aan het werk op het Zandpad. „Ook werkten verschillende prostituees uitzonderlijk lange werkdagen of -weken, werden zij gehaald, gebracht en tussentijds gecontroleerd door hun ‘pooier”, aldus de rechtbank.

De aanwijzingen voor mensenhandel en het gebrek aan toezicht door de exploitant, maken dat er gevaar is voor de openbare orde, oordeelde de rechtbank.