Binnenland

Met een bloedend hart uit de zorgsector, twee ervaringsverhalen

Door het kabinetsbeleid verdwijnen er volgend jaar duizenden banen in de zorg. „Desastreus voor alle ervaren beroepskrachten met een groot zorghart”, stelde arbeidsmarkteconoom Ton Wilthagen dinsdag. Twee zorgwerkers voor wie inmiddels ontslag is aangevraagd, doen hun verhaal.

3 July 2014 09:50Gewijzigd op 15 November 2020 11:41
Moolenaar. beeld RD
Moolenaar. beeld RD

Mijn naam is Wilma van Gunst. Ik ben 56 jaar en werk al vijftien jaar in verpleeghuis Rozenholm in Aalsmeer. Ik ben teamassistente op een afdeling van dertig dementerende bewoners. Als teamassistente, ook wel voedingsassistente genoemd, werk ik op de huiskamer waar meestal vijftien bewoners verblijven. Ze brengen daar de dag door, nadat ze door de zorgcollega’s op hun kamer zijn geholpen bij het opstaan, zijn gewassen en verzorgd.

Ik voorzie de bewoners van hun natje en hun droogje, maar verzorg ook hun haren. Zo ga ik bijvoorbeeld föhnen en drogen als iemand met natte haren binnenkomt omdat hij of zij net is gedoucht. Bij andere bewoners doe ik de nagels, omdat de zorg daar soms niet aan toekomt. Voor familie en bekenden zijn wij vaak het eerste aanspreekpunt. Verder ben ik erbij als de familie in Rozenholm de verjaardag van vader of opa komt vieren. Als de bewoner zich in het laatste stukje van zijn leven bevindt, ondersteun ik de familie. Om het goed af te sluiten, ga ik ook naar de begrafenis.

Nog elke dag doe ik het werk met veel plezier. De afgelopen vijftien jaar ben ik maar één dag ziek geweest.

De eerste locatiemanager die ik hier meemaakte, liep ’s ochtends als een soldaat over de afdeling om te zien of alles er spic en span uitzag en of iedere bewoner de juiste verzorging kreeg. Voor het middageten werd er gebeden. Dan moesten de tv en de radio uit. Het personeel in de zorg had tijd voor een praatje en ging ’s middags met de bewoners naar buiten. Ook hadden we als een van de eersten een snoezelkamer en een digitaal zorgdossier. Door bezuinigingen zijn we dit allemaal kwijtgeraakt.

Door een forse stijging van de werkdruk en personeelskrapte moet het digitaal zorgdossier weer worden opgestart. Zelfs nu, terwijl ik mijn ontslagbrief al in de hand heb, krijg ik nog de vraag om meer overuren te maken, omdat er anders te veel met uitzendkrachten moet worden gewerkt.

Twee jaar geleden besloot men opeens onze functie voortaan met gastvrouw aan te duiden. Daar hebben we fel tegen geprotesteerd. Collega’s die de opleiding verzorgende niveau 3 doen, vallen vaak terug op onze kennis rond een goede eethouding, slikproblemen en eten bij ziekte. Van een gastvrouw die koffie schenkt, kun je niet eisen dat ze die kennis heeft. Onze sombere verwachtingen zijn helaas uitgekomen. Bij roosterproblemen stuurt het flexbureau ons soms een gastvrouw die van toeten noch blazen weet.

Door het kabinetsbeleid moeten ouderen met een lichte tot matige zorgbehoefte langer thuis blijven wonen. Vervolgens redeneert de regering dat het verpleeghuis voor de hulpbehoevende ouderen die nog overblijven alleen hooggeschoold personeel nodig heeft. Maar Rozenholm heeft nooit bewoners gehad met een lichte zorgbehoefte. Ik ben de hogere zorgbehoeftigen prima gewend.

Toch ben ik als een van de eersten de klos, nu de teamassistenten en de helpenden met niveau 1 of 2 in onze instelling er voor een groot deel uit moeten. We moeten plaatsmaken voor de medewerkers met niveau 3 en 4 van andere verpleeghuizen van het moederbedrijf die dichtgaan. En dat terwijl ik samen met enkele collega’s jarenlang bezig ben geweest het beroep van teamassistent naar een hoger niveau te tillen en uit de vrijwilligerssfeer te halen. De opleiding voor niveau 3 en 4 gaat niet eens specifiek in op voeding bij zorgbehoeftigen. Sinds bekend is dat ik er per 1 september uit moet, heeft zo’n beetje het halve dorp mij gevraagd: Waarom jij?

Uit allerlei advertenties blijkt dat Rozenholm dezer dagen al volop nieuw personeel aan het werven is. Waarom ons dan niet de gelegenheid gegeven een opleiding voor niveau 3 te volgen? Mijn collega en ik hebben zelfs een opleidingsinstituut uit Rotterdam bereid gevonden de opleiding tegen een speciaal tarief op locatie te verzorgen. De leidinggevenden hebben er niets mee gedaan.

In 2010 hebben ze al geprobeerd op onze functie te bezuinigen. Tot aan het moment waarop onze dienst begon, moesten de collega’s die de persoonlijke verzorging deden ook de boterhammen smeren. Dan kan het al misgaan als je een paar keer je handen niet wast. Dat bleek ook, want vrijwel meteen na de nieuwe maatregel brak het norovirus uit. Willen ze dat nog een keer meemaken? Ik ben bang dat we weinig van die tijd hebben geleerd.


Mijn naam is Andrea Moolenaar. Ik ben 48 jaar en werk als helpende niveau 2-plus op de verpleeghuisafdeling van zorginstelling Het Schouw in Amsterdam-Noord. Ik help bewoners bij de zogeheten algemene dagelijkse levensverrichtingen, zoals opstaan, wassen, verzorgen en verschonen. Praktisch doe ik hetzelfde werk als een verzorgende niveau 3. Ik mag alleen niet injecteren of insuline spuiten. En geen wondbehandeling doen.

Ik ben begonnen als helpende niveau 1 in de thuiszorg. Meestal doe je dan vooral schoonmaakwerk. Zes jaar terug gingen er door bezuinigingen al veel banen in de thuiszorg verloren. Daarom ben ik als zijinstromer verder gegaan als helpende 2-plus.

Een paar geleden heb ik in Het Schouw gevraagd of ik verder mocht met de opleiding voor verzorgende niveau 3. Dat was prima en ongeveer anderhalf jaar terug kreeg ik bericht dat ik mocht starten. Kort daarna ging het op het laatste moment toch niet door, maar niemand wist waarom. Wel kregen we te maken met allerlei bezuinigingen. In plaats van met de bewoners te koken, gingen we kant-en-klaar-maaltijden gebruiken. En in plaats van te werken met vaste groepjes werden we veel flexibeler binnen de instelling ingezet. Het concept van kleinschalige woongroepen functioneert nauwelijks meer.

Twee jaar terug begon ook het geroezemoes dat alle eentjes en tweetjes, zoals we de collega’s met niveau 1 en 2 vaak noemen, zouden worden ontslagen. Inmiddels is er duidelijkheid. Tussen 1 oktober 2014 en eind 2015 moeten er bij Amstelring, waar Het Schouw onder valt, 550 tot 600 medewerkers weg, vooral eentjes en tweetjes. Ik moet er per 1 oktober uit. De redenering is: er moeten huizen dicht en door de bezuinigingen moet er nog efficiënter gewerkt worden. Te veel tweetjes is niet rendabel, want voor prikken en dergelijke moeten ze steeds de hulp inroepen van een collega met niveau 3. Op een personeelsbijeenkomst werd erbij gezegd dat de medewerkers met niveau 2 zelf de kans hadden laten liggen om zich te laten bijscholen. Anders waren ze nu niveau 3 geweest en hadden ze meer mogelijkheden gehad.

Toen ik dat hoorde, ging ik bijna door het lint. Ik ben aan het lijntje gehouden en daardoor kunnen ze nu van me af. Ik kan de brief laten zien waarin staat dat ik met de opleiding mocht beginnen. Gelukkig dat ik die nooit heb weggedaan. Nu proberen om nog zijinstromer te worden voor niveau 3 heeft geen zin. Overal in de zorg verdwijnen banen. Ik weet nog dat ik Rutte hoorde zeggen dat verpleegkundigen van een verzorgingshuis die hun baan verloren zo in de thuisverpleging verder konden. Misschien dat hij me kan uitleggen waar de vacatures zijn.

Dit is het slot van een tweeluik over ontslagen in de zorg.


Loos akkoord

„De extra middelen verzachten tevens de werkgelegenheidseffecten van de hervorming”, schreef staatssecretaris Van Rijn (VWS) eind april aan de Tweede Kamer, na het akkoord dat hij met D66, CU en SGP had gesloten over de langdurige zorg. Door het akkoord kwam er onverwacht 360 miljoen, 300 miljoen en 200 miljoen euro extra beschikbaar voor de langdurige zorg in 2015, 2016 en 2017. Goed nieuws voor de werkgevers? Ja, redeneerde Van Rijn. Het akkoord gaf hen meer ruimte om het personeelsbestand „zo veel mogelijk aan te passen via natuurlijk verloop.”

Veel grote zorgconglomeraten in de Randstad zoals Amstelring hadden echter begin april bij de vakbonden al collectieve ontslagen aangemeld. Kort daarop volgden de eerste honderden concrete ontslagaanvragen bij UWV, het akkoord ten spijt. De uitkeringsinstantie moet de meeste van deze aanvragen nog wel goedkeuren. Daarbij komt onder andere aan de orde of zorginstellingen de noodzaak van de ontslagen, gegeven de extra middelen uit het akkoord, goed hebben onderbouwd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer