Is Rijnbrug Rhenen stevig genoeg voor extra rijstrook?
RHENEN. De Rijnbrug tussen Kesteren en Rhenen is volgens Rijkswaterstaat stevig genoeg voor een extra rijbaan. De provincies Gelderland en Utrecht en de gemeenten Rhenen en Buren betwijfelen dat. Zij eisen dat het Rijk zich garant stelt en voor de kosten opdraait als aanpassing toch nodig blijkt te zijn.
De brug over de Rijn, die in de jaren vijftig deels werd gebouwd op pijlers van een in de Tweede Wereldoorlog verwoeste spoorbrug, verbindt de Betuwe met de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. Dagelijks gaan er meer dan 30.000 automobilisten overheen.
Een derde rijstrook met een wisselende rijrichting, afhankelijk van de verkeersdrukte, zou een einde maken aan de files voor de brug. De provincies Gelderland en Utrecht en de regio’s Rivierenland en Food Valley (Gelderse en Utrechtse gemeenten) hebben in totaal 25 miljoen euro toegezegd voor de aanleg van de extra rijstrook. De bestaande brug wordt daarbij verbreed en versterkt.
Rijkswaterstaat stelt dat de wisselstrook „kan worden gerealiseerd zonder vooraf te investeren in maatregelen ter versterking van het rijdek.” Woordvoerster Jenneke Blok: „Gezien de ervaringen die we hebben met constructief gelijksoortige rijdekken kiezen we ervoor de levensduur van het rijdek te verlengen met een in te stellen inspectieregime. Bij dit type dek zullen eventuele scheuren vanaf de onderzijde van het rijdek zichtbaar zijn.”
Garantie
De provincies Utrecht en Gelderland hebben, samen met de twee gemeente Rhenen en Buren, Rijkswaterstaat gevraagd „te garanderen dat de brug geschikt is, qua constructie en bediening, voor de bouw en het gebruik van de geplande extra rijstrook in de aankomende jaren”, zo laten ze desgevraagd weten.
„Eventuele gevolgen die het met zich meebrengt om voor deze garantie te zorgen zijn in principe voor het Rijk”, aldus woordvoerster Kato Marijs van de provincie Utrecht. „Verder kunnen we nu niet op dit onderwerp ingaan, omdat we de reactie van het Rijk afwachten en daar nog niet op vooruit willen lopen.”
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu verwijst naar Rijkswaterstaat. „Van een noodzaak tot extra financiering is volgens Rijkswaterstaat op dit moment geen sprake. Mocht het in de toekomst nodig zijn om aanvullende maatregelen te nemen om het gebruik van de brug te continueren, dan zal Rijkswaterstaat overgaan tot uitvoering van die maatregelen”, reageert woordvoerster Blok.
Collega Christel Holleman licht dit nader toe: „Als bij de geregelde inspecties scheuren in het rijdek worden ontdekt zal Rijkswaterstaat die repareren. De kosten daarvan zijn voor rekening van Rijkswaterstaat als beheerder van de constructie van de brug.”
Holleman bevestigt dat de gemeenten en de provincies met Rijkswaterstaat hebben gesproken over een gezamenlijk verzoek aan onderzoeksinstituut TNO voor een aanvullende studie dat in de patstelling meer duidelijkheid zou moeten verschaffen. „Die vraag is uiteindelijk niet aan TNO voorgelegd”, zegt Holleman, die verder niet in details treedt.
Vragen
De SGP in Gelderland heeft aangekondigd bij de behandeling van de voorjaarsnota in Provinciale Staten volgende week vragen te stellen over het verschil van inzicht tussen Rijkswaterstaat enerzijds en provincies en gemeenten anderzijds. Eerder kaartte de SGP-fractie in de gemeenteraad van Rhenen de kwestie al aan.
De aanleg van de wisselstrook loopt in elk geval vertraging op. Een halfjaar geleden werd nog gezegd dat, als het zou meezitten, de Rijnbrug in 2016 zou kunnen worden verbreed met de wisselstrook. Gedeputeerde Bieze van Gelderland deelde vorige week aan de commissie mobiliteit van Provinciale Staten mee dat de aanleg nu voor 2018 op de agenda staat. In 2015 worden al wel de kruispunten aan weerzijden van de brug aangepakt.