„Pleegmoeder Nieuwleusen had nee moeten zeggen”
ZWOLLE. Tegen de 73-jarige pleegmoeder Wilma E. is dinsdag in Zwolle negen maanden voorwaardelijke celstraf geëist. Ze zou in christelijk gezinshuis De Loot in Nieuwleusen, onderdeel van leefgroep De Terebint, kinderen hebben geslagen met een kleerhanger. De kinderen moesten bovendien onder een koude douche gaan staan of ze werden buiten in de sneeuw gezet.
Wilma E. had moeten weigeren toen er te veel kinderen aan haar zorg werden toevertrouwd. Om die reden is ze strafrechtelijk verantwoordelijk voor de mishandeling van drie kinderen, zei de officier van justitie dinsdag.
E. heeft gedeeltelijk bekend en zegt uit onmacht te hebben gehandeld. De mishandelingen kwamen enkele jaren geleden via de media naar buiten. Het strafrechtelijk onderzoek kwam erdoor in een stroomversnelling, aldus de officier.
Destijds werden er Kamervragen over de kwestie gesteld en ook koepelorganisatie William Schrikker Groep (WSG) liet de zaak onderzoeken. Duidelijk werd dat er veel te veel kinderen in De Loot werden geplaatst en dat hulpverleners nauwelijks contact hadden. ‘Opvoedmoeder’ Wilma kreeg amper ondersteuning, ondanks het feit dat ze met probleemkinderen werkte.
De pleegmoeder bekende dat ze klappen uitdeelde, maar gebruikte er geen voorwerpen bij. Het kan volgens haar dat kinderen onder een koude douche stonden, maar dat kwam dan doordat de boiler leeg was. In een verklaring bij de politie schetste ze het beleid van de WSG. „Het kwam voor dat ik werd gebeld of ik nog een meisje kon opvangen en dan kwamen er ’s avonds zo twee andere kinderen mee.”
Op basis van getuigenverklaringen achtte het OM de feiten bewezen.
Volgens advocaat Van Faassen is er mede door de pers een mythe gevormd. „Met De Terebint als geheimzinnige sekte waar kinderen werden mishandeld en misbruikt.” Van Faassen sprak over sensatieverhalen die niet kunnen kloppen. Een man die dinsdag in de rechtbank in Zwolle als getuige optrad, zei dat hij acht tot negen uur naakt buiten moest staan terwijl er mensen langsliepen. Van Faassen: „Waarom verklaart niemand anders daarover of deed niemand aangifte?”
De rechtbank doet op 8 juli uitspraak.