Tijdens het bliksembezoek, dat om veiligheidsredenen geheim was gehouden, wilden ze vooral zien hoe het eraan toegaat en onder welke omstandigheden de Nederlanders hun werk doen. Zondag waren ze in de hoofdstad Bamako, maandag vlogen ze samen met oud-minister Bert Koenders, hoofd van de VN-operatie, door naar het Nederlandse kamp in Gao in het noordoosten van het land. Daar verblijven de meeste van de ongeveer 450 Nederlanders die nu in Mali zijn.

Hennis en Middendorp zeiden tegen de militairen dat ze onder de indruk zijn van wat ze in een paar maanden hebben opgebouwd. De klimatologische omstandigheden zijn „echt extreem”, zei Hennis in Gao. Ze heeft ook de indruk dat de Nederlanders hun werk goed doen en daarbij een voorbeeld zijn voor andere landen. „We hebben een fantastisch resultaat neergezet tot nu.”

De Nederlanders hebben al wat klussen buiten de poort gedaan en zijn nu vrijwel klaar om helemaal te worden ingezet voor de VN-missie. Middendorp verwacht dat hij zijn mannen en vrouwen volgende week of de week erna officieel kan overdragen aan de VN.

Voorwaarde is wel dat ook alle afspraken met de VN over vergoedingen aan Nederland voor geleverde diensten zijn gemaakt. Middendorp is daarover positief gestemd. De besprekingen zitten volgens de Commandant der Strijdkrachten in de afrondende fase.

De Nederlandse blauwhelmen, onder wie commando’s en mariniers, gaan zeker tot eind volgend jaar inlichtingen verzamelen en analyseren voor de VN-missie.