Buitenschoolse opvang groot probleem
De buitenschoolse opvang van kinderen boven de vier jaar is in veel gemeenten een groot probleem. Ouders met kinderen in de buitenschoolse opvang zeggen vooral problemen te hebben met de huisvesting en het activiteitenprogramma van de opvang. Dat blijkt uit de honderden klachten die binnenkomen bij BOinK, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang.
„De problemen draaien niet zozeer om de opvang van baby’s en peuters in een crèche, al is daar de laatste jaren de meeste aandacht naar uitgegaan. We merken dat we vooral klachten binnenkrijgen over de buitenschoolse opvang", zei G. Jellesma van BOinK dinsdag.
„Een probleem is dat de buitenschoolse opvang vaak niet in de buurt ligt van de school van het kind. Ook zien we dat het activiteitenprogramma dat het centrum aanbiedt voor de oudere kinderen niet als uitdagend wordt beschouwd. Ze vinden het saai en willen er dan mee stoppen", zegt Jellesma.
Buitenschoolse opvang is bedoeld voor kinderen in de basisschoolleeftijd, dus van vier tot ongeveer twaalf jaar. De opvang bestaat vaak uit een speelruimte waar kinderen voor en na schooltijd en tussen de middag worden opgevangen. Ongeveer 10 procent van de jeugd maakt voor gemiddeld 2,4 uur per week gebruik van de opvang.
De conclusies van BOinK komen overeen met een eerder dit jaar uitgebracht onderzoek van branchevereniging Maatschappelijk Ondernemers Groep. Daaruit bleek ook al dat ouders meer tevreden waren over kinderdagverblijven dan over buitenschoolse opvang.