Aangifte ‘doofpot’ fatale schietpartij Irak
AMSTERDAM (ANP). De vader van de Irakese man die in april 2004 bij een wegversperring van Nederlandse militairen werd doodgeschoten, heeft aangifte gedaan tegen een onderzoeker van het incident. Het gaat om een marechaussee die volgens hem meineed en valsheid in geschrifte heeft gepleegd, om een Nederlandse militair vrij te pleiten.
Deze marechaussee heeft volgens de advocaat van de vader van slachtoffer Sabah Jaloud, Liesbeth Zegveld, kort na het incident een proces verbaal gemaakt. Daarin meldde hij dat de Irakese militairen die erbij waren, geen relevante informatie hadden gegeven.
Volgens Zegveld is inmiddels gebleken dat ze ‘wel degelijk’ belangrijke informatie hebben gegeven. „Die lijkt toen bewust te zijn weggehouden”, concludeert de advocaat.
Uit de verklaringen kan worden opgemaakt dat de Irakese militairen niet op de auto van het slachtoffer hebben geschoten. Het ANP heeft documenten hierover ingezien. Hierdoor moet Jaloud door Nederlandse kogels zijn gedood, concludeert Zegveld.
In het onderzoek was aanvankelijk een Nederlandse militair verdachte. Het Openbaar Ministerie seponeerde deze zaak in juli 2004, omdat het slachtoffer „vermoedelijk dodelijk was getroffen door een Irakese kogel”. Zegveld: „Dit ondanks dat was vastgesteld dat de Nederlander 28 keer op de auto waarin Jaloud zat, had geschoten.”
Het weglaten van de verklaringen van de Irakese militairen verbaast de vader Jaloud niet, laat de advocate weten. „Het onderzoek van de marechaussee lijkt er vooral op gericht te zijn geweest om de Nederlandse verdachte vrij te pleiten en de Zwarte Piet aan de Irakezen toe te spelen.”
Minister Ivo Opstelten (Veiligheid en Justitie) ontkende in maart dat justitie belangrijke informatie heeft achtergehouden. Hij benadrukte dat de „inhoud van de verklaringen nimmer is achtergehouden”.
Er is „melding van het bestaan van de verklaringen en de korte inhoud daarvan” opgenomen in het proces verbaal van de marechaussee en toegestuurd aan het OM. Dat kon Zegveld in 2007 inzien, aldus Opstelten. De advocate reageerde dat in die korte inhoud geen melding is gemaakt dat geen van de Irakese politiemannen heeft verklaard te hebben geschoten.