Prof. Aleman: Zelfdoding vaak impulsieve daad
GRONINGEN. Het aantal verkeersdoden is de afgelopen twintig jaar gedaald van 1500 naar 600 per jaar. Het aantal zelfdodingen steeg van 1500 naar 1800 per jaar. Prof. dr. André Aleman: „Er is te weinig aandacht voor suïcide en het voorkomen ervan.”
De Groninger hoogleraar neurowetenschappen hoorde tot voor kort in zijn omgeving zelden over suïcide. „Ik kende persoonlijk geen voorbeelden en het is een taboe om erover te praten. Sinds ik me als wetenschapper met het onderwerp bezighoud, komen de verhalen los.” Vandaag doorbreekt Aleman het stilzwijgen over suïcide in het wetenschapsblad Nature.
Wat drijft u?
„De zelfdodingscijfers blijven onverminderd hoog. In Nederland, in vrijwel heel Europa en in Amerika. Sinds de crisis in 2008 is het aantal zelfdodingen in ons land met 30 procent gestegen. Maar ook zonder crisis zouden we op een hoog aantal hebben gezeten: zo’n 1400. Daarmee staat zelfdoding in de top 3 van doodsoorzaken bij mensen onder de 40 jaar. De andere twee zijn ziekten en verkeersongevallen. Gelukkig heeft de overheid met campagnes het aantal verkeersdoden fors kunnen terugdringen; voor zelfdoding geldt dat niet.”
Waarom die geringe aandacht voor suïcide?
„Vanwege het taboe en de moeilijkheid om onderzoek te doen met mensen die net hebben geprobeerd hun leven te beëindigen. Daarnaast wordt zelfdoding door wetenschappers en behandelaars beschouwd als een bijkomend aspect van een psychiatrische stoornis, bijvoorbeeld depressie, schizofrenie of een angststoornis. De behandeling wordt dáárop ingezet. Opmerkelijk genoeg wordt suïcide in het nieuwste diagnostisch handboek voor psychiatrie amper genoemd. Ik pleit ervoor zelfdoding als een zelfstandig probleem te zien dat je als zodanig moet behandelen.”
Hoe?
„Onder andere door cognitieve gedragstherapie. Die kan mensen leren negatieve gedachten bij zichzelf op te sporen en bij te stellen. Zulke gedachten kunnen zijn: Alles is hopeloos, ik ben anderen alleen maar tot last.
Door daar kritisch naar te leren kijken, gaat zo iemand misschien ontdekken dat zijn vrouw het nog steeds fijn vindt als hij thuiskomt; dat het leven dus wel de moeite waard is.
Mensen met zelfmoordgedachten hebben veel last van angst en impulsiviteit. Zelfdoding is vaak een impulsieve daad. Soms mislukt het. Meestal zijn mensen daar achteraf blij om, zelfs al moet er een ledemaat worden afgezet. Cognitieve gedragstherapie geeft mensen meer controle over hun leven en hun gedachten.”
Welke invloed heeft de omgeving op suïcide?
„Bij ingrijpende gebeurtenissen in iemands leven neemt in het algemeen de kans op suïcide toe. Neem het verliezen van je baan. Is iemand de enige werkloze in zijn familie en kennissenkring, dan is het risico groter. Dan treedt het probleem van statusverlies op. Dat is minder het geval als werkloosheid vaker voorkomt in iemands omgeving.”
Wie wilt u bereiken met uw pleidooi?
„Overheden, beleidsmakers, onderzoekers, behandelaars. Er moet niet alleen meer aandacht voor suïcide komen, ook meer geld voor onderzoek en behandeling.
Er zijn miljoenen euro’s beschikbaar voor het aanpakken van alzheimer, autisme, schizofrenie en dwangstoornissen, maar niet voor suïcide. Wereldwijd gaat het om 1 miljoen gevallen per jaar. Bij de terroristische aanvallen op de Twin Towers in 2001 vielen 3000 doden. Verschrikkelijk. Maar in datzelfde jaar pleegden 30.000 mensen in Amerika zelfmoord.”
Hoe zit het met zelfdoding in orthodox-christelijke kring?
„Volgens CBS-onderzoek zou het in religieuze kringen minder voorkomen dan landelijk. Daar zijn twee verklaringen voor: de afkeuring, om Bijbelse redenen, van zelfdoding, en de sterkere sociale steun die mensen ervaren op het moment dat ze het psychisch moeilijk hebben.”