Directeur Bart Romijn van Partos kan niet precies zeggen met hoeveel procent die buitenlandse bijdrage in de begrotingen van de hulporganisaties precies groeide. Maar dat ze succes hebben met het ophalen van geld bij buitenlandse fondsen, de Wereldbank en buitenlandse overheden staat voor hem vast.

Hulporganisatie SNV haalde kort geleden 28 miljoen euro op bij de Britse overheid om te investeren in schoon water en toiletten in 8 landen in Afrika en Azië. Andere organisaties als Cordaid en Hivos zijn inmiddels bedreven geraakt in het aantrekken van buitenlands geld voor hun projecten over de hele wereld.

„We werden ooit voor bijna 100 procent gefinancierd door de Nederlandse overheid. In 2016 moet dat voor nog maar 20 procent het geval zijn”, vertelt SNV-directeur Allert van den Ham. Cordaid is vooral bezig om filantropen in Amerika te verleiden geld in projecten te steken. „Daar kun je voor aansprekende plannen goede financiering krijgen”, zegt woordvoerder Jos de Voogd van Cordaid.

„Wij hebben onze leden onder meer geleerd hoe je in de Verenigde Staten fondsen werft”, weet Romijn van Partos. Hoofdredacteur Marc Broere van Vice Versa, het vakblad voor ontwikkelingssamenwerking, noemt het ontwikkelingswerk in Nederland een topsector. „Gek genoeg wordt dat wel gezien in het buitenland, maar niet in Nederland zelf”, aldus Broere.

Nederlandse ontwikkelingsorganisaties hebben volgens hem veel ervaring. De sector durft ook, meer dan in andere landen, politiek gevoelige zaken te ondersteunen, waaronder taboe-onderwerpen als seksualiteit, homorechten of het organiseren van oppositiegroepen. „Ook werkt Nederland, meer dan andere landen, gelijkwaardig samen met lokale organisaties. Dat is positief om in het buitenland voor allerlei projecten financiële steun te krijgen.”