Het Einstein Lyceum wilde de aflevering over de 12-jarige gepeste leerling Patrick voorkomen, omdat hiervoor verborgen camerabeelden zijn gemaakt. De school stelde dat de kinderen op de beelden nog te herkenbaar waren, hoewel ze vaag waren gemaakt.

De rechtbank vindt dat de privacy van de leerling zwaarder weegt dan het aan de kaak stellen van pestgedrag, ofwel het recht op vrije meningsuiting. De jonge leerlingen zijn leerplichtig, ze móeten naar school, en kunnen er dus niet voor kiezen of ze wel of niet op de beelden terechtkomen. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat ze in een veilige omgeving zijn en hoeven niet bedacht te zijn op het maken van opnames met een verborgen camera.

Bovendien zijn de leerlingen ondanks het onherkenbaar maken (‘blurren’ en het vervormen van stemmen) vermoedelijk ‘op redelijk eenvoudige wijze’ wel te herkennen voor hun naaste omgeving, en zijn de beelden niet meer te verwijderen als ze eenmaal via sociale media worden verspreid.

Ook een opgenomen confrontatie waarbij de leerlingen kijken naar de in het geheim gemaakte beelden mag niet op tv komen.