Volgens de aanklager heeft Bogers als wethouder het ambtsgeheim geschonden. Op de avond van de moord op Pim Fortuyn zou hij de naam van de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der G., hebben laten uitlekken. Bogers kreeg op 6 mei vorig jaar twee telefoontjes van toenmalig burgemeester Sala van Wageningen. Deze vroeg aan de wethouder of hij meer informatie kon verschaffen over de zojuist opgepakte Van der G. Bogers belde daarop de voorzitter van de Wageningse Vereniging Milieu Offensief (VMO), S. van der Wouw. Van der Wouw ging vervolgens rondbellen, waardoor de naam van Van der G. ging rondzingen.

De ex-wethouder werd in mei door de Arnhemse politierechter veroordeeld tot een geldboete van 500 euro wegens schending van het ambtsgeheim. Hij ging hiertegen in beroep. Volgens Bogers is er geen sprake van schending van het ambtsgeheim. „Ik voel mij niet schuldig aan een misdrijf”, zo verklaarde hij voor het hof. Volgens Bogers is het bewuste telefoontje bijna een mythische rol gaan spelen in het onderzoek naar Volkert van der G. en werd hierdoor aanvankelijk ten onrechte de suggestie gewekt dat er een breed complot achter de moord schuilging.

Bogers ontkende dat Sala hem geheimhouding had opgelegd. Wel gaf hij toe dat achteraf gezien het telefoontje naar Van der Wouw een onverstandige daad was. „Ik overzag de gevolgen niet”. Maar volgens de aanklager had Bogers uit hoofde van zijn functie van wethouder moeten weten dat hij deze vertrouwelijke informatie niet openbaar mocht maken.

Nadat het telefoontje van Bogers bekend was geworden, deden vijf LPF-leden aangifte tegen hem. Zij vreesden dat hierdoor mogelijk belangrijke bewijsstukken waren verdwenen. Volgens de advocaat-generaal had het onderzoek naar de moord op de politicus ernstige schade kunnen oplopen, want enkele uren na het telefoontje van Bogers belde Van der Wouw de vriendin van Volkert. Op dat moment was juist de politie aan een huiszoeking begonnen. Als Van der Wouw eerder had gebeld, had de vriendin bewijsstukken kunnen verwijderen, aldus de aanklager. Van der G. is inmiddels in hoger beroep tot 18 jaar cel veroordeeld.

Uitspraak 31 december.