Binnenland

Een zwerftocht in de nadagen van oorlog

OOSTERBEEK. Als 11-jarig meisje werd ze van huis en haard verdreven. Vanwege de slag om Arnhem in september 1944 zwierf de Arnhemse Jopy Brouwer (nu 80) met haar familie maandenlang door Nederland.

J. Visscher
2 May 2014 22:28Gewijzigd op 15 November 2020 10:27
Jopy Brouwer. beeld RD, Anton Dommerholt
Jopy Brouwer. beeld RD, Anton Dommerholt

Een complete volksverhuizing kwam er na de slag om Arnhem in september 1944 op gang. Opgejaagd door de Duitsers verlieten meer dan 150.000 mensen uit Arnhem en omstreken hun woningen. Sinds vorige week is er in het Airborne Museum Hartenstein in Oosterbeek een tentoonstelling over deze evacués. De belevenissen van Jopy Brouwer spelen op de expositie een belangrijke rol.

Vliegtuigen en honderden parachutisten. De jarige Jopy Brouwer kan op 17 september 1944 haar ogen niet geloven. „De Engelsen kwamen. Het was zo’n mooi gezicht. Al besefte ik later wel dat er zo veel mensen waren gestorven”, vertelt ze aan een tafeltje in het museum. De familie Brouwer kreeg mensen over de vloer die een veilig heenkomen zochten. „Zo kwamen mijn oma, tante en neef bij ons inwonen. De woning naast hun huis was gebombardeerd.”

In haar geheugen gegrift staat hoe ze die dagen aan de overkant van de straat jonge Duitse soldaten ziet staan. „Jongens van amper zestien, zeventien jaar. Een van hen vertelde hoe hij in Duitsland in een bioscoop zat. Hij werd daaruit gehaald en moest naar het front. Hij was totaal niet voorbereid. De jongen huilde. Moeder troostte hem en zei: „Bind een witte zakdoek aan je geweer en steek die omhoog, dan zullen de geallieerden niet op je schieten.”

Op 23 september 1944 moeten de Brouwers hun huis uit. „We werden door de Duitsers weggebonjourd. Ze waren bang dat we de geallieerden gingen helpen.”

Vader en moeder Brouwer, Jopy, haar broer Job en zusje Willy en oma en een tante beginnen een voettocht in noordelijke richting. Hond Mollie is er ook bij. „We hadden bijna niets meegenomen en dachten dat we een paar dagen weg zouden blijven. Ik had wel mijn pop bij me.”

Jopy Brouwer is getuige van het oorlogsgeweld. „We hoorden overal de Duitsers schieten, ik zag de toren van de Eusebiuskerk in Arnhem in brand staan. Dicht bij ons stortten vliegtuigen neer. Ik was zo bang dat ik twee keer ben weggerend en ben verdwaald.”

De evacués komen in het Gelderse Loenen aan. „Zestig man kon daar slapen op een grote zolder van een wasserij. We lagen in het stro. Op elkaar gepakt. Ik voelde me veilig achter de rug van mijn moeder.”

Slechte herinneringen bewaart ze aan „de vrouw van de wasserij.” „Ze goot expres heet water over onze hond Mollie. Zo gemeen, ik word er nog kwaad over. Het dier hield er een litteken in de vorm van een L aan over. „De L van Loenen”, zei ik.””

Brouwer lacht als ze vertelt hoe ze in Loenen eieren ging halen. „Je moest dan bonnen inleveren. Die legde ik op de toonbank, maar als de winkelbediende even niet keek, stopte ik ze gauw terug in mijn zak. Wat voelde ik me een held. Maar ik denk dat de winkelbediende wel wist dat ik de bonnen weer meenam. Ze liet het maar zo.”

Na een verblijf van zes weken in Loenen vertrekken de Brouwers naar familie in Hilversum. Daar bivakkeren ze enkele maanden. „Mijn broer Job en ik stonden urenlang in de rij voor een rotte appel. Om maar wat te eten te hebben. Moeder offerde zich voor ons op en gaf ons haar eten.”

De Brouwers vertrekken richting Friesland. Een tussenstop in een huishoudschool in Sneek zal Jopy Brouwer niet vergeten. „We kregen daar wittebrood met kaas. Ik heb zestien sneetjes brood gegeten. Wat heb ik genoten.”

Samen met haar zusje Willy komt Jopy terecht op een boerderij in Akkerwoude. „Ik vond het heerlijk om mee te helpen met het werk. Prachtig om boven op een kar met hooi te zitten.”

Na de Bevrijding keren de Brouwers terug naar hun huis in Arnhem. „Alles was kapot. Er was geen ruit meer heel. De piano was stuk, foto’s waren drijfnat. We moesten alles weer opbouwen.”

Wat heeft de zwerftocht door Nederland Jopy Brouwer uit Arnhem geleerd? „Zit niet te veel aan aardse dingen vast, wees dankbaar voor je eten en help vluchtelingen.”


„Bijna vergeten” episode

„Een bijna vergeten thema dat vreemd genoeg geen deel uitmaakt van het collectieve geheugen”, omschrijft het Airborne Museum de massale evacuatie na de slag om Arnhem. Het museum heeft onlangs een tentoonstelling over het thema geopend. De expositie duurt tot 8 maart 2015.

www.airbornemuseum.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer