Dodenherdenking wordt steeds Nederlandser
AMSTERDAM (ANP). De dodenherdenking wordt steeds Nederlandser. Drie op de tien mensen denken op 4 mei vooral aan de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Dat is veel meer dan een paar jaar geleden. We denken juist minder „aan alle slachtoffers uit de hele wereld van alle oorlogen”.
Dat staat in een donderdag gepubliceerd onderzoek dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft laten uitvoeren. Behalve aan de Nederlanders denken we tegenwoordig ook meer aan de niet-Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Bijna acht op de tien Nederlanders denken bij het woord oorlog vooral aan de Tweede Wereldoorlog. Dat is veel meer dan in de afgelopen jaren. Volgens het comité kan dat te maken hebben met de toestand in Oekraïne „en de vele vergelijkingen met de Tweede Wereldoorlog”. Syrië en Irak spelen juist veel minder.
Volgens het comité is er veel draagvlak voor de beide dagen. Vooral als mensen ouder worden, vinden ze het belangrijker om te herdenken en te vieren. Acht op de tien ondervraagden willen niet dat de dodenherdenking wordt afgeschaft als de laatste overlevenden van de oorlog zijn gestorven.
De ondervraagden geven ook aan dat ze zich op 4 en 5 mei verbonden voelen met de rest van het land. Acht op de tien mensen voelen verbondenheid bij de dodenherdenking, zeven op de tien bij Bevrijdingsdag. Dat voelen ze minder bij WK’s en EK’s voetbal en bij de Olympische Spelen.
Het onderzoek is via internet uitgevoerd onder 929 mensen van 13 jaar en ouder. Het wordt sinds 2001 elk jaar gedaan.