Kritiek op Nederlands drugsbeleid
De Nederlandse politiek pakt het bestrijden van de omvangrijke drugshandel in Nederland en de Nederlandse Antillen niet serieus aan. Daardoor kan die handel al jaren in stand blijven en zelfs groeien. Nederland houdt zich alleen bezig met symptoombestrijding zoals het cellentekort. Dat terwijl ze het probleem bij de wortel, de enorme vraag naar drugs in Nederland, moet aanpakken. Dit zegt de Antilliaanse minister van Justitie Martha.
De recente ophef over de bolletjesslikkers in Nederland is volgens Martha een bewuste poging om in verkiezingsstijd VVD-minister Korthals te beschadigen. Niet om te zorgen dat de drugshandel beter wordt bestreden. „Het is in de Tweede Kamer geen enkel moment gegaan over structurele maatregelen om drugshandel tegen te gaan”, vindt de bewindsman. „Dan moet je zorgen dat er niet meer zulke grote hoeveelheden cocaïne de Antillen binnenkomen en Nederland moet een veel strenger drugsbeleid voeren.” Nederland heeft volgens hem nog een veel te grote aantrekkingskracht op internationale drugsorganisaties. De politici in Nederland doen niets om die aantrekkingskracht te bestrijden.”
Zolang Nederland deze twee problemen niet aanpakt, zal er niets ten goede veranderen, vreest Martha. En daar ondervinden buren, zowel dichtbij als verder weg, de vervelende consequenties van. De Antilliaanse minister doelt daarbij niet alleen op de landen rondom Nederland, maar ook op de Antillen. „Frankrijk heeft een paar jaar geleden niet voor niets openlijk geroepen dat Nederland een narcostaat was.”
De huidige maatregelen die Martha’s Nederlandse ambtgenoot nam onder druk van de Tweede Kamer, zullen in zijn ogen dan ook niet leiden tot beperking van de cocaïnesmokkel naar Nederland. Dat het verscherpen van de controle op luchthaven Hato op de Antillen niet werkt, blijkt al direct. Justitie in Willemstad heeft zondag en maandag 41 van de 45 bolletjesslikkers die donderdag tijdens een grootschalige controle waren aangehouden, weer moeten vrijlaten. De rechter-commissaris beval hun vrijlating omdat ze onder zeer slechte omstandigheden in voorarrest werden gehouden.
Martha zegt dat nu duidelijk is dat het justitiële apparaat massale aanhoudingen op de luchthaven niet kan verwerken. „Laat ik het zo zeggen. Ik ben blij dat dit is gebeurd. Het maakt duidelijk dat we aan het maximum zitten wat we kunnen doen. Als we nog meer geld gaan investeren in opsporen en vervolgen van jeugdige koeriers, gaat dit ten koste van middelen voor preventieve maatregelen zoals opleiding en opvoeding van jongeren.”
Want de sleutel tot succes in de strijd tegen de drugshandel ligt volgens de Antilliaanse minister van Justitie juist bij het nemen van preventieve maatregelen. „Je moet voorkomen dat er zoveel cocaïne op de Antillen terecht kan komen en je moet zorgen dat Nederland zijn aantrekkingskracht voor drugsorganisaties zo veel mogelijk verliest”, meent hij. „Ook moet Nederland meer handelsmogelijkheden ondersteunen, zodat de werkgelegenheid toeneemt. Als de jongeren dan ook nog goed geschoold worden, is het minder makkelijk om ze te ronselen voor de drugshandel.”
Een aanzienlijk deel van de bevolking, met name jongeren, zien nu door de slechte leefomstandigheden de drugshandel als enige uitweg. „Je moet de mensen goede alternatieven bieden, zodat ze die drugshandel niet meer nodig hebben. Circa 75 procent van de gedetineerden zit hier vast voor deze vorm van criminaliteit,” constateert Martha. Volgens de minister is de hulp van Nederland essentieel. „We vragen voortdurend om structurele oplossingen, maar we krijgen hiervoor al jaren geen gewillig oor van de Nederlandse politiek.”
Ondanks de komst van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba in 1996 komt er steeds meer drugs de Antillen binnen, zegt Martha. „De Kustwacht is naar mijn mening niet effectief en moet kritisch geëvalueerd worden. De problemen zijn duidelijk. Het is Nederland die deze situatie nu nog in stand houdt.”