Witte leerlingen zijn zorgenkindje
Zogenaamde ’witte leerlingen’ met een achterstand raken steeds verder achterop. Aan het einde van de basisschool lopen ze een jaar achter in taal en bijna vijf maanden in rekenen. Allochtone leerlingen halen hun achterstand juist in. Voor beide groepen ligt het aantal rond de 200.000 in het basisonderwijs.
Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een rapport dat donderdag verscheen. Tussen 1994 en 2000 nam op de basisschool het verschil in toetsprestaties tussen witte achterstandsleerlingen en hun doorsnee klasgenoten met 10 procent toe. Leerlingen die laagopgeleide ouders hebben, gelden als achterstandsleerlingen, al of niet in combinatie met een niet-westerse komaf.
Ook in het voortgezet onderwijs gaat het niet van een leien dakje. Het aantal witte achterstandsleerlingen dat in de laagste regionen van het beroepsonderwijs belandt, nam tussen 1988 en 2000 sterk toe: van 4 naar 12 procent. Ook ging deze groep minder vaak naar havo of vwo.
Het SCP doet geen harde uitspraken over de oorzaken omdat het daarvoor geen gegevens heeft. De opstellers van het rapport ”Autochtone achterstandsleerlingen: een vergeten groep” vermoeden evenwel dat onder witte scholieren minder onbenut talent is dan decennia geleden. Leerachterstanden zijn niet meer toe te schrijven aan een lage sociaal-economische afkomst, maar aan een lagere intelligentie.
Witte kinderen die nu nog laagopgeleide ouders hebben, krijgen thuis vaak minder steun bij het maken van huiswerk en hebben problemen met de opvoeding. Daar komt nog eens bij dat ze veelal moeite hebben met het zelfstandig leren dat op veel scholen in zwang is. Overigens wonen witte zwakke leerlinge wel relatief veel op het platteland, zoals vaak gedacht wordt, maar komen de meesten uit de stad.
Scholen met veel achterstandsleerlingen krijgen extra geld van het Rijk. Maar scholen maken pas aanspraak op extra leerkrachtten als ruim eenderde van de witte scholieren op achterstand staat. Omdat deze leerlingen op veel verschillende scholen zitten, haalt maar 40 procent van deze scholen deze drempel. Allochtone leerlingen zitten veel meer bij elkaar op school in de grote steden. Daardoor heeft meer dan 90 prcent van hun school extra steun om achterstanden weg te werken.
Daarom onderschrijft het SCP een advies van de Onderwijsraad om drempels voor extra steun te schrappen en om etnische afkomst niet meer als criterium te gebruiken.