Binnenland

Hirsi Ali door Kamer weggehoond

Buiten de Haagse kaasstolp rijst haar ster, maar aan het Binnenhof zelf manifesteert VVD-kamerlid Hirsi Ali zich vooral als politiek brekebeen. Woensdag werd ze door de Kamer weggehoond na haar ernstige kritiek op het Nederlandse hulpbeleid.

Jan van Klinken
18 December 2003 11:51Gewijzigd op 14 November 2020 00:49

De messen waren geslepen nadat Hirsi Ali dinsdag in twijfel had getrokken of de Nederlandse hulp aan de derde wereld eigenlijk wel wat uithaalt. Toen sprak ze de Kamer voor het eerst in de plenaire zaal toe en dan geldt dat er niet wordt geïnterrumpeerd.

Nadat ze woensdag opnieuw erg sceptisch was over het hulpbeleid, was het dringen bij de interruptiemicrofoons. Het ene na het andere kamerlid daagde haar uit consequenties aan haar kritiek te verbinden door bijvoorbeeld het vertrouwen in minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking op te zeggen. Toen ze dat weigerde, waren pek en veren haar deel.

Kern van haar kritiek is dat er ongecontroleerd geld wordt uitgegeven en dat het draagvlak afneemt. Ze beriep zich op een internetpeiling van De Volkskrant waaruit zou blijken dat veel mensen niet meer bereid zijn om nog langer miljarden voor de derde wereld te bestemmen.

Minister Van Ardenne, die tijdens het debat een sterke indruk maakte, verpulverde dat beeld. „Afgaan op een peiling onder een paar buren geeft geen pas.” Ze verwees naar een representatieve enquête van vorig jaar die aangaf dat viervijfde van de bevolking achter het gevoerde beleid staat.

Wat het effect van de hulp betreft, benadrukte Van Ardenne dat de methoden om resultaten te meten steeds verfijnder zijn. De kritiek van Hirsi Ali noemde ze goedkoop en niet erg onderbouwd. Twijfel over de steun van de VVD voor haar beleid had Van Ardenne niet, ondanks dat er „hier en daar wat uitglijders” zijn. „Een dissonant”, zo bestempelde de getergde minister Hirsi Ali.

Koenders (PvdA), Karimi (GroenLinks), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP) en Dittrich (D66) onderwierpen Hirsi Ali aan een kruisverhoor met als inzet de vraag of zij concrete wijzigingen in het beleid wil en zo ja welke. Toen het VVD-kamerlid aan het slot slechts met een motie kwam waarin werd aangegeven dat hulp aan ontwikkelingslanden eindig moet zijn, smaalde Koenders: „Dat willen we allemaal. Daar is de hele Kamer het roerend over eens.”

Het is nog onduidelijk hoe VVD-fractievoorzitter Van Aartsen over het optreden van Hirsi Ali oordeelt. Tot nu toe heeft hij haar steeds in bescherming genomen. Ook deze week deed hij dat toen ze werd aangevallen door de Groningse burgemeester Wallage. In een brief aan Van Aartsen waarschuwt de PvdA-politicus dat Hirsi Ali geweld uitlokt door zich beledigend uit te laten over de islam.

Tijdens het debat over Ontwikkelingssamenwerking kwam Hirsi Ali ook nog met minister Van Ardenne in botsing over de rol van religie. Op dat punt stond ze trouwens niet alleen. Ook Dittrich (D66) en Karimi (GroenLinks) vonden dat Van Ardenne veel te positief stond tegenover religie.

Dittrich had er vooral problemen mee dat de ene religieuze groepering de andere vaak uitsluit en hij riep op om kritisch te zijn. Daar kon Van Ardenne zich wel in vinden. Dat gold niet voor de constatering van Karimi dat religie nog al eens oorzaak is van conflicten. Volgens de minister is op dit punt sprake van mythevorming. Ze verwees naar de schermutselingen op de Molukken, waarvan altijd is beweerd dat het daarbij ging om islam contra christendom. „Bij nadere bestudering bleek dat niet zo te zijn”, aldus van Ardenne.

Hirsi Ali voorzag dat Van Ardenne met haar hernieuwde aandacht voor religieuze organisaties en leiders in aanvaring zou komen met het principe van de scheiding tussen kerk en staat. De minister wuifde dat bezwaar weg. „Samenwerken met kerken en kerkelijke organisaties gebeurt al jaren. Ik zou niet anders willen en niet anders kunnen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer