De verdachte Robbert de B. zei tegen de rechtbank in Amsterdam dat hij zich nooit interesseerde voor de echtheid van de werken. „Ik neem het werk van Heyboer niet serieus, het is altijd slecht.”

De B. wilde geld verdienen aan de verkoop. Hij had de etsen elders op de kop had getikt, maar hij wilde niet zeggen van wie. „Dan breng ik andere mensen in moeilijkheden.” Hij vertelde de rechter dat hij bekend was met een partij Heyboer-etsen en de werken aanschafte nadat hij een advertentie had gezien van de galeriehouder, waarin om nieuwe kunst van Heyboer werd gevraagd.

De B. zou 8 jaar lang meer dan 4000 werken hebben verkocht aan de Anton Heyboer Winkel in Amsterdam, voor in totaal 200.000 euro.

Volgens justitie heeft onderzoek naar de signatuur uitgewezen dat het om vervalsingen gaat. Een handschriftdeskundige vergeleek 185 betwiste etsen met Heyboer-werken uit collecties van musea. Die deskundige meende dat de ’e’ en de ’y’ in de museale werken tot een ’g’ zijn samengesmolten, maar niet in de etsen die De B. verkocht.