Dat is dinsdag gebleken op de eerste dag van een conferentie over de Wadden in het Deense Esbjerg, waar de bewindslieden van Nederland, Duitsland en Denemarken vergaderen. Volgens staatssecretaris Faber (Natuur) zou vandaag het formele besluit tot aanmelding vallen, omdat nu al zeker is dat de drie landen voorstander zijn.

De bijzondere status leidt niet direct tot nieuwe beperkingen voor scheepvaart of visserij. De nominatie en eventuele toekenning zijn gebaseerd op regels die al van kracht zijn, bijvoorbeeld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Beoordeling van de aanmelding geschiedt door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) van de Verenigde Naties. Behandeling kan nog enkele jaren duren.

Faber verwachtte verder dat vandaag nog geen besluit zou vallen over aanmelding van de Wadden als werelderfgoed bij de Unesco, de VN-organisatie voor cultuur. In Nederland en Denemarken is de bevolking daar nog niet erg voor. Waarschijnlijk worden binnenkort meer hoorzittingen gehouden. Over een of twee jaar kunnen de betrokken bewindspersonen dan beslissen over een ”go of no-go”, aldus Faber gisteren. Die bijeenkomst is waarschijnlijk in Nederland, dat vanaf januari vier jaar lang voorzitter wordt van het internationale Waddenoverleg.

De bewindspersonen hebben in eerste ronde ook gesproken over het toenemend aantal zeehonden. Bij de conferentie blijkt, zoals verwacht, geen meerderheid om het Nederlandse opvangcentrum voor zeehonden te sluiten. Denemarken dringt aan op sluiting van het centrum van Leny ’t Hart in Pieterburen, omdat opvang van zieke en verlaten zeehonden onnatuurlijk zou zijn. De Denen zelf doden hun zieke of verlaten zeehonden.

De conferentie over de Waddenzee zal woensdagmiddag worden afgesloten.