„Veel stil verdriet na mislukken IVF”
Echtparen bij wie een reageerbuisbevruchting mislukt, ondergaan een rouwproces dat vergelijkbaar is met verdriet bij het verlies van een dierbare. Dat blijkt uit onderzoek van de Nijmeegse psycholoog C. M. Verhaak, die daarop woensdag promoveert.
Vruchtbaarheidstechnieken als reageerbuisbevruchting (in-vitrofertilisatie, IVF) en ICSI (intracytoplasmatische sperma-injectie) worden door veel kinderloze stellen gezien als de laatste mogelijkheid om nog zwanger te worden. In 50 procent van de gevallen lukt dit ook, al is dit bij een grote groep pas het geval na een tweede of derde poging. De paren bij wie de vrouw echter niet zwanger wordt, ondergaan echter een langer of korter durend rouwproces.
Onderzoekster Verhaak, werkzaam bij het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen, stelt dat er sprake is van een „stil verdriet.” Dat komt mede doordat het onderwerp vruchtbaarheid vaak moeilijk bespreekbaar is. „Het gaat over heel intieme zaken. Er is geen sprake van een taboe, het is meer een onzichtbare problematiek, die alleen bespreekbaar wordt als je er zelf over begint. Dat is niet makkelijk voor veel mensen die het aangaat.”
Volgens Verhaak komt het mislukken van een IVF-behandeling vaak hard aan doordat veel mensen een verkeerd verwachtingspatroon hebben als ze zich inlaten met de behandelmethode. „Van tevoren wordt duidelijk verteld dat 80 procent van alle behandelingen mislukt. Na drie plaatsingen van embryo’s in de baarmoeder is slechts de helft van alle vrouwen zwanger. Toch denken mensen dat juist zij bij de categorie horen waarbij de kunstmatige bevruchting in één keer slaagt. Dan komt het hard aan als je na drie mislukte pogingen aan het idee moet wennen dat je definitief kinderloos blijft.”
De promovenda denkt dat artsen en verpleegkundigen er goed aan doen om voorafgaand aan de behandeling nog beter dan nu al het geval is te wijzen op de psychische gevolgen van een mislukte IVF-behandeling. Bovendien moeten paren die een behandeling ondergaan zich realiseren dat de psychische belasting van de ingreep vaak als zwaarder wordt ervaren dan de lichamelijke. Volgens Verhaak is dat opvallend, omdat zowel IVF als ICSI gepaard gaat met vrij ingrijpende medische handelingen. „Vooral de twee weken wachttijd tussen het plaatsen van een embryo en het doen van een zwangerschapstest blijkt echter als emotioneel belastend te worden ervaren.