Celstraf en beroepsverbod voor oud–conservator
De rechtbank in Den Haag heeft de voormalige conservator van het Legermuseum in Delft dinsdag veroordeeld tot een celstraf van dertig maanden (waarvan acht voorwaardelijk) voor de verduistering en vernieling van museumstukken. Verder mag de man zes jaar niet meer als conservator werken.
Dit deel van de straf was conform de eis. De man hoeft geen schadevergoeding te betalen. Er was eerder een vergoeding van 52.000 euro geëist als voorschot op een definitieve schadevergoeding.
De verdachte, de 37–jarige A.P. uit Leiden, ontvreemdde vanaf begin 1999 tot de zomer van 2003 honderden prenten, tientallen aquarellen, schetsen, boeken en schilderijen uit het museum. De conservator sneed of scheurde de afbeeldingen uit historische werken en verkocht ze aan vrienden en aan een antiquariaat in Leiden. Hij verdiende naar eigen zeggen ongeveer 40.000 euro aan de handel. De schade voor het Legermuseum liep in de tonnen.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij juist bij het Legermuseum als conservator was aangesteld om de collectie tegen beschadigingen te beschermen. De kunsthistoricus had kunnen weten wat hij aanrichtte met het snijden en scheuren in de historische boekwerken, oordeelde de rechtbank.
Ze bepaalde echter toch dat het Legermuseum voor de verrekening van de gehele schade bij de civiele rechter moet zijn, omdat een strafzaak zich niet leent voor de behandeling van ingewikkelde claims.