Van der Lugt bleef Syriërs trouw tot de dood
HOMS (ANP). Zoals zoveel missionarissen was Frans van der Lugt niet van plan voor geweld te wijken. „Ik blijf bij mijn mensen. Ik ben de herder van mijn schapen”, zei de maandag in de Syrische stad Homs vermoorde pater jezuïet begin dit jaar nog in een filmpje op internet. Hij beschreef daarin de nijpende situatie in het door het Syrische leger omsingelde centrum van de stad, waar het huis van de jezuïeten is gevestigd.
De in Den Haag geboren Van der Lugt zou donderdag zijn 76e verjaardag hebben gevierd. Hij trad in september 1959 in in de Orde van de Jezuïeten, waartoe ook paus Franciscus behoort. In 1966 bezocht hij voor het eerst Syrië. Nadat hij in 1971 zijn priesterwijding had ontvangen, studeerde hij psychologie in de Franse stad Lyon. Van der Lugt studeerde daar in 1976 af en ging naar de stad Aleppo in het noorden van Syrië.
Van 1987 tot en met 1993 werkte hij in de hoofdstad Damascus. Daarna ging hij naar Homs in het westen van het Arabische land. Daar werkte hij met jongeren met een beperking en zorgde hij voor de zwakken die niet weg konden uit de belegerde stad.
In het cultureel-maatschappelijk tijdschrift Streven beschreef Van de Lugt in 2012 hoe begin september 2011, ongeveer een half jaar na het begin van de burgeroorlog in Syrië, gewapende groeperingen van „weinig geschoolde mannen” opdoken in de christelijke wijk Boustan Diwan, waarin hij woonde.
In een bloedige strijd slaagden zij er, inmiddels beter georganiseerd, in de wijk in te nemen. „De regering had hier toen niets meer te vertellen. We vormden een staat binnen de staat, met eigen grenzen”, schrijft de pater. Het leger en de politie stelden zich op aan de andere kant van die grens. Herhaaldelijk waren er felle gevechten, zonder dat partijen terreinwinst boekten. Wel werden veel huizen van christenen en ook kerken in Boustan Diwan door bombardementen ernstig beschadigd. Een groot deel van de duizenden christenen was weggetrokken.
Van der Lugt werd in 1992 benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau.