De man zelf hield tegen de rechter zijn mond dicht. Hij zei zich niet meer te kunnen herinneren wat hij die avond had gedaan en ontkende de brandstichting. J. klom na zijn daad in een telefoonmast in de buurt en kwam daar pas na uren uit. Volgens deskundigen is hij door psychische problemen verminderd toerekeningsvatbaar.

De man stak na ruzie met zijn 14-jarige vriendin haar huis in brand met benzine en sprenkelde die ook uit over de trap naar de bovenverdieping waar de slachtoffers sliepen.

De man moet worden behandeld, maar een lange gevangenisstraf daaraan vooraf staat een succesvolle behandeling van zijn stoornissen niet in de weg, verantwoordde de officier de ongebruikelijk hoge eis.

J. liet de rechtbank weten akkoord te gaan met elk vonnis. Volgens zijn advocaat Ton van Elk de Freese moest dat echter niet als een bekentenis worden gezien, maar als signaal dat het hem niet meer uitmaakt. De verdachte is suïcidaal en stichtte in november nog brand in zijn cel en daarvoor had hij ook al eens een strop opgehangen. Ook tegen de rechter zei J. donderdag dood te willen.

Zijn raadsman vond dat de politie met tunnelvisie naar de zaak had gekeken en dat het ‘puzzelstukjes passend had gemaakt’. Hij wees op rechterlijke dwalingen als de Deventer- en Puttense moordzaak en de zaak tegen Lucia de B., waarbij de rechtbank daardoor op een dwaalspoor was gezet. Hij pleitte voor vrijspraak wegens gebrek aan bewijs. Mocht de rechtbank tot een veroordeling komen, dan is tbs volgens de raadsman geboden, maar wel in combinatie met een zo kort mogelijke celstraf.

De uitspraak is op woensdag 9 april.