Stevige kritiek uit Kamer en sector op eisen aan derogatie
DEN HAAG. Op de verscherpte eisen voor de derogatie en op het nieuwe mestbeleid –waarover de Kamer vanmiddag heeft gedebatteerd– is stevige kritiek gekomen van boerenorganisaties én vanuit de Kamer.
Dijksma meldde de Kamer maandag per brief dat de Europese Commissie van plan is Nederland opnieuw derogatie te verlenen voor de periode 2014-2017. Dat is een vrijstelling voor melkveehouders om 250 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare uit te rijden, in plaats van 170 kilo.
In het centrale en zuidelijke zandgebied (zandgronden in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Brabant en Limburg) en lössgebied (in Limburg) geldt een grens van 230 kilo stikstof per hectare. Daar voldoet de kwaliteit van het grondwater niet aan de normen.
De derogatie is verder wel aan voorwaarden gebonden. De landbouwgrond van de boeren die gebruik willen maken van de derogatie moet voor minstens 80 procent (was 70 procent) uit grasland bestaan. Daarnaast eist de Europese Commissie dat de Kamer instemt met het voorgestelde mestbeleid, aldus Dijksma, inclusief de voortzetting van het dierrechtensysteem voor varkens en pluimvee na 2015 en de invoering van een stelsel voor verantwoorde groei van de melkveehouderij, met verplichte mestverwerking.
CDA-Kamerlid Geurts reageerde dinsdag „zwaar teleurgesteld” op de uitkomsten van de onderhandelingen met Brussel over de derogatie. Hij snapt niet waar „ineens” een „Europees slot” op de afschaffing van productierechten voor varkens en pluimvee vandaan komt. De CDA’er voelt zich „voor het blok gezet.” Wat kan de Kamer nu nog voor pluimvee- en varkenshouders ondernemen, vraagt hij zich af.
Verder voorziet hij „veel praktische problemen” door de voorwaarde van minimaal 80 procent grasland in het bouwplan. De Brusselse eisen kunnen „averechts” uitwerken, vreest hij. „Er zal meer mais worden verbouwd en minder gras.” Ook verwacht hij meer aanvoer van kunstmest.
Boerenorganisatie LTO Nederland is evenmin te spreken over Dijksma’s brief. Handhaving van dierrechten voor varkens en pluimvee tot 2017 brengt de verduurzaming van die sectoren niet dichterbij, aldus LTO.
Het koppelen van dierrechten aan de derogatie noemt LTO een „akelige manier van beleid maken.” En: „Het voelt als niet begrijpen wat er aan de hand is op het boerenerf.”
Ook de aangescherpte voorwaarden voor de derogatie zijn bij LTO slecht gevallen. De kwaliteit en opbrengst van gewassen zullen teruglopen, vreest de organisatie.
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) maakte dinsdag bezwaar tegen de algemeen geldende eis van minimaal 80 procent grasland voor derogatie. De NMV pleit voor „maatwerk.”