Theoloog in het land van Boeddha
Aspirant-voorgangers uit Laos, Birma, Vietnam en Thailand laten huis en haard achter zich voor een predikantenopleiding aan het McGilvary College of Divinity in Chiang Mai, Thailand. Een van de universitair docenten is sinds een jaar Hendrie van Maanen (39), die met zijn vrouw Adriana en twee jonge dochters naar de tweede stad van Thailand trok. „Mijn roeping is het om de studenten die ik onder mijn hoede heb te onderwijzen.”
Het is in het Nederlandse voorjaar geen pretje om in Thailand te vertoeven. Als in Holland de lente begint, breekt in Thailand de zomer aan. En die is heet. Erg heet.
Nu is het in Chiang Mai, een zeer noordelijke stad, nog wel uit te houden met een goed werkende airco en een paar douchebeurten per dag. „Maar het is vooral de smog die het buitenshuis vrijwel onleefbaar maakt”, zegt Van Maanen. „De boeren branden hun rijstvelden plat; een ouderwetse maar nog altijd effectieve methode om het land voor een volgend seizoen vruchtbaar te maken.” Officieel mag het niet, maar de overheid gedoogt het. Bovendien heeft die met de protesten en onlusten in de hoofdstad Bangkok nu wel andere dingen aan het hoofd.
De protesten tegen premier Yingluck Shinawatra en haar regering krijgen in het noorden overigens voornamelijk op televisie gestalte. „Je merkt er in Chiang Mai weinig van op straat”, zegt de universitair docent. Alles concentreert zich in Bangkok, waar de onrust al maanden voortduurt. Vaak in een gemoedelijke braderiesfeer, maar steeds vaker komt het venijn naar boven, grijpen leger of politie in en vallen er doden.
Chiang Mai is de tweede stad van het land, maar is met z’n 300.000 inwoners vele malen kleiner dan hoofdstad Bangkok, de miljoenenmetropool aan de Thaise Golf. Chiang Mai is geliefd bij toeristen vanwege z’n culturele –en voornamelijk boeddhistische– rijkdommen, het gebergte en de oerwouden die de stad omvatten en het stadscentrum dat met z’n vele koffiehuizen en authentieke markten naadloos aansluit op de wensen van toeristen die niet van toerisme houden.
Geroepen
Het was geen langgekoesterd verlangen van Van Maanen om naar Thailand te verkassen. En met twee jonge kinderen van destijds 0 en 2 jaar oud kwam er veel bij kijken. De wens om zich ook buiten Nederland tot nut te maken, was er wel. „Maar ik neigde eerder naar de Kaukasus of het Midden-Oosten. Regio’s waarvan ik sinds mijn eerste studie economische geografie ben gaan houden.”
Nee, de functie die hij nu vervult, als docent –adjaan– op het McGilvary College in Chiang Mai, is geen logische vervolgstap in een carrière. Van Maanen is uitgezonden via Kerk in Actie, de diaconale en missionaire organisatie van de Protestantse Kerk in Nederland.
„We zijn geroepen”, zegt hij met een tikje schroom. „Ik ben niet als een klassieke missionair werker uitgegaan om verloren zielen te zoeken. Mijn roeping is het om de studenten die ik onder mijn hoede heb te onderwijzen zodat zij toegerust naar hun eigen land, hun eigen dorp, kunnen terugkeren om de kerk in hun eigen context te dienen.”
Nicodemus
En dat is geen eenvoudige opdracht. Van Maanen –die enige jaren geleden zijn studie theologie afrondde en in verschillende functies gedurende negen jaar werkzaam was voor de Christelijke Hogeschool Ede– doceert kerkgeschiedenis en Nieuwe Testament. Zijn eerste- en tweedejaarsstudenten vertelt hij over de geschiedenis van de wereldwijde kerk en samen met hen doorploegt hij de evangeliën van Lukas en Johannes.
Daarbij gaat hij overigens anders te werk dan de hoogleraren onder wier gehoor hij zelf tot theoloog werd opgeleid. „Tijdens mijn eerste college verkondigde de hoogleraar met een uitgestreken gezicht dat de nachtelijke tweespraak tussen de farizeeër Nicodemus en Christus historisch bezien niet kan hebben plaatsgevonden. Immers, de spraakverwarring over wedergeboorte komt wel voor in het Grieks, maar niet in het Aramees. En dat was de taal die Jezus sprak.”
„Daar zit je dan, met je Gereformeerde Bondsachtergrond”, zegt Van Maanen met een glimlach. „Zoals wij in het Westen onze theologen opleiden, door te prikkelen, heilige huisjes ter discussie te stellen en uit te dagen, erop gericht de student te leren zelf na te denken, zich een mening te vormen en die te staven – die aanpak zou hier niet werken. Niet voor niets heet de universiteit het McGilvary College of Divinity, dat is wat anders dan theology. Uitgangspunt is niet de theologie, maar de kennis en verering van God”
„Het boeddhisme is echt een cultuurreligie”, zegt Van Maanen, „veel samenkomsten hebben ze niet. Het is individualistischer en richt zich op het doen van goede daden, je offers brengen in de tempel.”
Geesteswereld
Boeddhistische gebruiken en animistische tradities laten ook de christenen in Thailand niet ongemoeid, zo ondervindt de docent geregeld in de collegezaal. „Een tijdje geleden besprak ik met de studenten het Johannesevangelie, en met name de verschijningen van Jezus na Zijn opstanding. Op mijn vraag hoe zij het verhaal interpreteren dat Jezus door gesloten deuren heen kon komen, krijg ik uitgebreid les over de geesteswereld van Zuidoost-Azië en Birma in het bijzonder. Ik leer dat er minimaal vier verschillende soorten geesten zijn. Sommige hebben zelfs lichamen en kunnen eten. Andere sturen hun hoofden ’s nachts op pad om eten te halen, en andere geesten kunnen hun geestelijk lichaam transformeren in een tijdelijk fysiek lichaam. Een van mijn studenten begrijpt niet hoe je zonder kennis van de geesteswereld de opstandingsverhalen kunt begrijpen.”
Ook bij de behandeling van de gelijkenis van de dagloners in de wijngaard werden de culturele verschillen tussen Nederland en Thailand duidelijk. „Ik legde het principe van de dagloners in de Bijbelse tijden uit en de studenten zaten me verbaasd aan te kijken. Zo’n beetje elke aannemer in Thailand werkt met dagloners. Daar viel niets aan uit te leggen.”
Voeten wassen
De Thaise cultuur is doordrenkt van hiërarchische structuren. Van Maanen staat als adjaan op een vanzelfsprekend voetstuk. „Het respect voor degene die boven je staat, werkt in alles door: studenten wassen m’n bord af, staan het niet toe als ik een stuk taart wil delen en onze huishoudelijke hulp eet haar bord leeg in de bijkeuken. Ze wil bij ons niet aan tafel zitten. Dat hoort niet.”
Eén keer per jaar is het anders op de universiteit. Dan wassen de docenten de voeten van de studenten, zoals Jezus de voeten van Zijn discipelen waste. „Maar dat is de wereld op z’n kop voor de Thai. Dat merk je aan alles.”
De onmiskenbare plaats van hiërarchie, eerbied en status werkt door in de collegezaal. „Schriftkritiek bijvoorbeeld is –zeker voor nieuwkomers– een van de moeilijkste vakken. Want kritisch kijken naar de Bijbel, dat kan toch niet? Toch probeer ik hen ertoe te bewegen. Want het helpt hen om sterker te worden in kennis en geloof. Neem niet klakkeloos aan wat je altijd hebt gehoord, ook van mij niet.
Een predikant hier in Chiang Mai verkondigde onlangs op de kansel dat er maar één liedboek het zingen waardig was en dat was het Hymnenboek van de Thaise kerk. De rest werd afgeschreven. Een student van me zat ook in de kerk. Heel aarzelend gaf hij na afloop aan dat hij dat wat kort door de bocht vond, maar een dag later vond ik een excuusmailtje in mijn inbox: „Ik had nooit zo mogen ingaan tegen wat de dominee gezegd had.””
Afhankelijkheid
De culturele aard van de volksreligie die in alles doorwerkt, maakt Thailand een moeilijk werkterrein voor zendelingen, weet Van Maanen. „Het Evangelie, de Messias die Zich verlaagt en laat kruisigen, botst in alles met deze cultuur.
Het gestaag groeiende christendom in Thailand is –als je cynisch bent– dan ook vooral demografisch en cultureel te verklaren. Die groei zit ’m vooral bij de gediscrimineerde bergdorpen, waar een bekering tot het christelijk geloof tegelijkertijd een statement is tegen de gevestigde orde.”
Maar cynisch wil de universitair docent niet zijn. „Ik heb veel respect voor de grote afhankelijkheid waarmee veel christenen, en in het bijzonder mijn studenten, hier hun leven leven. Ze weten zich in alles afhankelijk van God.”
Soms gaat dat veel verder dan Van Maanen gewend is. „Ze deinzen er niet voor terug om te bidden voor een voorspoedige reparatie van een computer. Daar kan ik met mijn Hollandse nuchterheid niet altijd bij. Tegelijkertijd word je er soms stil van. Als je ziet hoe deze studenten huis en haard achterlaten om aan hun roeping gehoor te geven, om dominee te worden, dan kun je daar alleen maar bewondering voor hebben.”
Theologisch onderdak
Het McGilvary College of Divinity in Chiang Mai, Thailand, werd in 1889 opgericht. En net als destijds wil de universiteit vandaag jonge predikanten „theologisch trainen, voeden in geloof en ontwikkelen in leiderschap.” De universiteit is een theologisch onderdak voor aspirant-predikanten uit heel Azië. En dat worden er steeds meer, al groeit het christendom vooral hard in sommige landen rondom Thailand. Eén procent van de Thai rekent zich tot het christendom. Het land is door en door boeddhistisch, met een vleugje animisme: op de ene straathoek een tempel, op de andere een monnik.