Amsterdam neemt bussen met waterstof in gebruik
Minister Peijs (Verkeer en Waterstaat) heeft zaterdag in Amsterdam drie waterstofbussen van het Gemeentevervoerbedrijf (GVB) in gebruik genomen. De bussen rijden niet op de gebruikelijke diesel, maar op waterstofgas. Ze zijn een stuk milieuvriendelijker en maken minder geluid.
De energie wordt opgewekt in een brandstofcel waarin elektriciteit ontstaat door een reactie van waterstof op zuurstof. Voordeel is dat daardoor geen schadelijke stoffen worden uitgestoten.
De waterstofbussen zijn een opvallende verschijning. De drie nieuwe aanwinsten van het GVB rijden rond met negen tanks op het dak. Vanwege hun hoogte kunnen ze slechts op een paar routes in Amsterdam-Noord worden ingezet. De tanks met daarin vloeibaar waterstof zijn goed voor 250 kilometer.
De test van de bussen duurt twee jaar. Ook in andere Europese steden rijden waterstofbussen op proef. Waterstof wordt gezien als de autobrandstof van de toekomst.
Het experiment kost ruim 7 miljoen euro. De Europese Unie financiert het gedeeltelijk. In Amsterdam betalen daarnaast het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Amsterdam mee. Ook de deelnemende bedrijven leveren een bijdrage. De bussen zijn gebouwd door busfabrikant DaimlerChrysler. Aan het Amsterdamse project doen ook Nuon, Hoek Loos, Shell Hydrogen en Novem mee.
In de garage waar de bussen, de waterstofproductie-unit en het waterstofvulstation staan, zijn extra veiligheidsmaatregelen genomen. Omwonenden protesteerden desondanks uit angst voor explosies van het brandbare waterstofgas. Onderzoek heeft uitgewezen dat het risico te verwaarlozen is.