Binnenland

Stadsbank van Lening 4 eeuwen redder in nood

AMSTERDAM (ANP). Al 400 jaar lang helpt de Amsterdamse Stadsbank van Lening mensen in financiële nood. Wie denkt dat de gemeentelijke instantie vooral iets is uit vroegere tijden, heeft het mis. De laatste jaren komen klanten zelfs meer dan 400.000 keer per jaar hun, met name, sieraden (her)belenen in ruil voor geld.

17 March 2014 15:35Gewijzigd op 15 November 2020 09:26

„De Stadsbank was vroeger belangrijk, maar is dat nog steeds”, zegt hoofd opleidingen, Frans Koevoets. Juist in tijden van crisis weten veel mensen, van diverse afkomst en vaak van heinde en ver, een van de vier filialen in de hoofdstad te vinden. Meestal belenen ze sieraden, maar bij één locatie kunnen mensen ook terecht met goederen als een fotocamera of een gitaar. Tegen een lage rente, van 1,05 procent per maand, geven ze hun waar bij de bank in onderpand. Een stuk lager dan bij particuliere pandhuizen, die soms rentes vragen tot 40 procent, weet Koevoets.

Klanten kunnen de spullen komen halen wanneer ze weer geld hebben. „Na 9 maanden willen we weten hoe het ervoor staat en dan kunnen ze nog een zelfde termijn herbelenen”, legt Koevoets uit. De intentie is dat klanten altijd hun spullen terugkrijgen. „Op deze manier hoeven ze geen geld te lenen bij familie of de buurman.” Volgens Robbie Duijvelshoff, hoofd veiling, is het belenen voor veel klanten „een way of life”. „Ze blijven ons gemiddeld 7 tot 8 jaar trouw.” De taxateurs aan de balie worden soms bijna als familie gezien. En de spullen die niet worden opgehaald, zo’n 5 procent, komen uiteindelijk onder de veilinghamer.

De Stadsbank van Lening werd op 25 april 1614 opgericht omdat de gemeente af wilde van de torenhoge woekerrentes die een leenhuis in de stad vroeg. In die tijd zat de hoofdingang nog in de naastgelegen steeg, want mensen wilden er liever niet worden gezien. „De stoep der schande of schaamte, noemden ze het”, aldus Duijvelshoff. Tegenwoordig gaan klanten er makkelijker mee om en zit de toegangsdeur aan de Nes. „Vooral Surinamers. Die komen met veel bravoure binnen, want als ze hier komen dan hebben ze óf goud óf geld.”

In de jaren 60 ging het zo goed met ons land dat de Stadsbank dreigde te moeten sluiten. Maar dankzij de komst van de Indonesiërs en later de Surinamers naar Nederland bleef de instelling bestaan, vertellen Duijvelshoff en Koevoets die respectievelijk zo’n 30 en 35 jaar bij de bank werken. Die laatste groep zorgde zelfs voor zo’n grote toeloop dat de bank moest automatiseren.

Het jubileum wordt gevierd met twee open dagen op 22 maart en 22 november en een veiling voor een goed doel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer