Monument gedode verzetsstrijders onthuld in Lekkerkerk
LEKKERKERK. Precies 73 jaar na de eerste executie van verzetsstrijders in Nederland volgde gisteren in Lekkerkerk de onthulling van het monument ”Geuzengroep”, met de namen van de leden van de verzetsgroep. De jongste van hen (21) woonde in het Zuid-Hollandse Lekdorpje. „De naam van de verrader wordt nog steeds in een gesloten envelop bewaard.”
Waalsdorpervlakte, 13 maart 1941. Mannenstemmen zingen. Eerst schuchter, later met kracht. Psalm 43, vers 1, gevolgd door 4: „Dan ga ik op tot Gods altaren…” Kort daarop volgen geweerschoten.
„Wij waren achttien in getal. Geen zal de avond zien”, dicht Jan Campert later over deze groep. Ze bestond uit vijftien verzetsstrijders en drie deelnemers aan de Februaristaking in Amsterdam. De laatsten stierven in de plaats van drie minderjarige verzetsleden. De executie schokt Nederland diep.
De jongste van de gedoden, George den Boon, woonde in Lekkerkerk, een broeinest van verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook Georges vader maakte deel uit van de Geuzen, zoals de verzetsgroep zich noemde. Hij werd samen met zijn zoon opgepakt, maar later vrijgelaten. De felle George moest zijn acties met zijn leven betalen. „De Duitsers wilden een voorbeeld stellen”, zegt Peter de Knegt (68). Hij tekende in 2012 de herinneringen van de nu 87-jarige Tonny Littel-den Boon aan haar broer op in het boek ”De jongste van de achttien doden”.
Inge van Wijk (58) klampt hem voorafgaand aan de onthulling aan: „Ik heb bloemen bij me maar ik ben de enige. Kan ik ze toch neerleggen, denk je?” Ze is een dochter van Jan van Wijk, zegt ze. „Hij is tijdens hetzelfde proces als dat van George veroordeeld. Maar mijn vader was tijdens de uitspraak in februari nog maar zeventien jaar. Hij kreeg daarom niet de doodstraf.”
Haar vader heeft het hier zijn leven lang moeilijk mee gehad, weet Van Wijk. „Zijn houding was: ik heb het overleefd, dus ik mag niet zeuren. Maar de rechter had hem in hetzelfde proces tot een tuchtkamp in Polen veroordeeld, in Gdansk. Zijn verhaal hebben we op internet gezet. Later heeft hij heeft onder meer de dodenmars moeten lopen richting het westen, in verband met het oprukken van het Russische leger. Dat is verschrikkelijk geweest.” Toch bleef hij schuldgevoel tegenover George en de anderen houden. „Als kind merkten we dat vooral rond deze tijd van het jaar. Hij was dan altijd teruggetrokken en prikkelbaar.”
In dezelfde groep zat ook een minderjarige Joodse jongen, vertelt De Knegt. „Sebil Minco. Later liet hij zich Bill noemen. Hij was dan wel geen achttien jaar, maar omdat hij Joods was werd hij naar een concentratiekamp gestuurd. Na de oorlog kwam hij uit Auschwitz, meer dood dan levend. Later werd hij oprichter en erevoorzitter van Stichting Geuzenverzet 1940-1945.”
Even komt het gesprek op de verrader van de Geuzen. Van Wijk: „Die naam wordt nog steeds in een gesloten envelop bewaard. Anders zouden de nabestaanden hem en zijn familie blijven nawijzen.” Een echte verrader willen zij en De Knegt hem overigens niet noemen. De Knegt: „Hij heeft zijn mond voorbijgepraat. Vóór het proces had hij er al enorm verdriet van dat hij de oorzaak van hun dood zou worden. Hij heeft de leden toen vergeving gevraagd en die ook gekregen. Daarom hebben de Geuzen besloten hem te beschermen, door zijn naam geheim te houden.” De Knegt weet overigens om wie het gaat. „Maar ook wie het wel weet, houdt zijn mond.” Van Wijk: „Pas als de laatste directbetrokkene overlijdt mag de envelop open. Maar mijn moeder leeft bijvoorbeeld nog, ze is nu 90 jaar.”
De onthulling van het monument maakt veel herinneringen los, ervaart ook Wim Bos (76), de zoon van dominee Gert Bos. „Mijn vader heeft als dominee George en de anderen geestelijk bijgestaan, vlak voor hun vonnis.” Gedurende de oorlog heeft hij zo 150 ter dood veroordeelden begeleid. „Zelfs tot voor het vuurpeloton. De ervaringen hebben hem voor heel zijn leven getekend. Hij is niet zo oud geworden, mede hierdoor. Vrij kort na de oorlog is hij gestorven, in 1954.”
Het nieuwe monument heeft voor veel van de betrokkenen grote betekenis, stelt De Knegt. „Dit is het enige andere monument van de Geuzen naast dat in Vlaardingen, hun thuisbasis. Daar stond er al langer een. Gisteren was daar ook de jaarlijkse herdenking en de uitreiking van de Geuzenpenning. De Geuzen waren niet zozeer een plaatselijke groep die iets deed. Ze waren de eerste Nederlanders die openlijk zeiden dat de Duitsers bezetters waren en dat Nederland eens vrij zou zijn.”