„Onnodige slachtoffers door clusterbommen”
Meer dan 1000 Iraakse burgers zijn in de oorlog in hun land onnodig gedood of gewond geraakt door het gebruik van clusterbommen door de Amerikaans-Britse invasiemacht. Dat zegt de Amerikaanse mensenrechtengroep Human Rights Watch in een rapport dat vandaag is verschenen.
Volgens HRW-directeur Kenneth Roth had de door de VS geleide strijdmacht ook meer kunnen doen om te voorkomen dat burgers het slachtoffer werden van onnauwkeurige bombardementen. Britse eenheden valt te verwijten dat zij door het Iraakse leger achtergelaten explosieven en munitie niet veilig hebben opgeborgen, waardoor ongelukken zijn gebeurd en explosieven in handen van opstandelingen zijn gevallen.
Kenneth Roth erkent dat de coalitietroepen „over het algemeen” hebben geprobeerd doden onder de bevolking te vermijden. „Maar de dood van honderden burgers had toch voorkomen kunnen worden”, zegt hij. Een woordvoerder van het Amerikaanse Central Command, majoor Peter Mitchell, had het rapport nog niet onder ogen gehad, maar zei dat coalitietroepen „buitengewone terughoudendheid en de grootste zorgvuldigheid” bij de keuze van hun munitie hebben betracht.
Volgens het 147 pagina’s tellende rapport hebben de Amerikaanse en Britse eenheden tijdens de invasie bijna 13.000 clusterbommen -met in totaal bijna 2 miljoen explosieve ladingen- gebruikt. Daarbij vielen honderden doden en gewonden. Het rapport noemt als voorbeeld een Amerikaanse aanval met clusterbommen op de stad Hillah op 31 maart, waarbij 33 burgers omkwamen en er 109 gewond raakten.
Amerikaanse eenheden vertrouwden op onderschepte telefoongesprekken en andere inlichtingen om kopstukken van het Iraakse bewind te lokaliseren, maar maakten bij hun ’gerichte’ aanvallen ook slachtoffers onder de bevolking. Zo werden 7 april bij een bombardement in de wijk Mansur in Bagdad achttien burgers gedood.
HRW vermeldt in het rapport ook dat het Iraakse leger burgers als schild gebruikte, emblemen van neutrale organisaties als het Rode Kruis en de Rode Halvemaan misbruikte en militair materieel opsloeg in moskeeën en ziekenhuizen.
Het Amerikaanse leger zegt bij oorlogen niet bij te houden hoeveel burgerslachtoffers er vallen. Het Iraakse ministerie van Volksgezondheid maakte in de zomer bekend dat zeker 1764 burgers waren omgekomen, maar liet deze week weten met tellen te zijn gestopt. Het persbureau Associated Press kwam in een eigen telling in mei en juni uit op minstens 3240 burgerdoden tussen 20 maart en 20 april. Die telling was gebaseerd op gegevens van ongeveer de helft van alle ziekenhuizen in Irak; het werkelijke aantal doden moest veel hoger liggen.
In het centrum van Bagdad hebben zich de afgelopen nacht drie krachtige explosies voorgedaan. In het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger in de Iraakse hoofdstad ging het alarm af. Of er sprake is van een aanslag is nog onduidelijk. Ook berichten over mogelijke slachtoffers ontbreken vooralsnog.
Een woordvoerder van het Amerikaanse leger zei dat nog niet bekend is waar de ontploffingen zich precies hebben voorgedaan. Volgens een getuige ter plaatse gaat het waarschijnlijk om een beschieting met mortiergranaten.
De afgelopen maand vuurde het Iraakse verzet herhaaldelijk lukraak raketten af op de zogenoemde groene zone in Bagdad, een gebied waar het Amerikaanse leger en burgerbestuurders kantoor houden en hun kwartier hebben opgeslagen. Ook het Al Rasheed Hotel, waar veel militairen logeerden en dat op 26 oktober onder vuur werd genomen, ligt in de groene zone.
Bij de derde zelfmoordaanslag deze week op een Amerikaanse legerbasis in West-Irak zijn donderdag de drie daders om het leven gekomen en een onbekend aantal Amerikaanse soldaten gewond geraakt. Dat heeft het Amerikaanse leger bekendgemaakt.
De aanslag werd gepleegd op de Amerikaanse basis bij Ramadi, 100 kilometer ten westen van Bagdad. Het was nog niet duidelijk hoe de Amerikaanse gewonden er aan toe waren. Dinsdag werden twee zelfmoordaanslagen gepleegd op Amerikaanse bases ten noorden van Bagdad. Daarbij raakten tientallen Amerikaanse soldaten gewond.
In Bagdad raakten woensdagavond een verslaggever en een fotograaf van het Amerikaanse weekblad Time en twee soldaten gewond, toen iemand een handgranaat gooide in de humvee waarmee zij door de stad reden. Een van de journalisten raakte daarbij zwaargewond. Sinds de oorlog in Irak begon zijn er ten minste twintig journalisten om het leven gekomen.
Het schiet intussen niet op met de vorming van een nieuw Iraaks leger. Presenteerden de Amerikanen twee maanden geleden nog vol trots het eerste door hen opgeleide bataljon van 700 man, inmiddels heeft volgens bronnen in het Pentagon een derde alweer ontslag genomen.
De Amerikanen hebben een sleutelrol weggelegd voor het nieuwe Iraakse leger. De 700 man waren de kern van „een leger dat zijn land zal verdedigen in plaats van onderdrukken”, zei de Amerikaanse bewindwoerder in Irak, Paul Bremer. In januari had het de eerste taken van de overbelaste Amerikaanse militairen moeten overnemen. Of dat nu doorgaat is de vraag.