Binnenland

Geen bewijs voor moord op Schiedamse jongen

SCHIEDAM (ANP). Ook na nieuw onderzoek is er geen enkel bewijs dat een 19-jarige jongen uit Schiedam in 2008 is vermoord. Het Openbaar Ministerie heeft dat maandag laten weten. Het lijk van de jongen was gevonden in het Brielse Meer. Een week eerder verdween hij.

10 March 2014 18:43Gewijzigd op 15 November 2020 09:17

Zijn moeder vermoedt dat hij is vermoord door een jeugdbende en eiste daarom nieuw onderzoek. Ze dreigde in hongerstaking te gaan als dat er niet zou komen.

De zogeheten Landelijke Reflectiekamer heeft het eerdere onderzoek naar de dood van de jongen tegen het licht gehouden. Dat heeft „geen aanwijzingen opgeleverd van een misdrijf”, aldus een verklaring van het OM.

De onderzoekers raden wel aan om nog naar een paar open einden te kijken. Zo is het medische verleden van de jongen nog niet helemaal uitgezocht. Bovendien zaten er verschillende soorten drugs in zijn lichaam, zei een woordvoerster van het Openbaar Ministerie. Misschien is hij door „een samenspel” daarvan overleden.

In 2007 overleed bovendien een andere jongen die in dezelfde buurt woonde. Diens lichaam werd gevonden in een sloot in Schiedam. Er is toen geen sectie verricht, omdat de politie uitging van een ongeval. De twee dode jongens kenden elkaar mogelijk. De Reflectiekamer adviseert om nog eens te kijken naar de banden tussen de twee. „De stelling van de nabestaanden is dat beide overlijdens iets met elkaar te maken hebben”, aldus de OM-woordvoerster.

Ook zou justitie nog eens kunnen kijken naar een mishandeling waarvan de Schiedammer werd verdacht. Kort voor zijn verdwijning en dood kwam de politie bij hem aan de deur vanwege de beschuldiging. De jongen reageerde daar erg emotioneel op. Dat lijkt volgens de Reflectiekamer „cruciaal voor zijn verdwijning”.

Op andere punten valt er volgens de onderzoekers niets meer uit te zoeken. Zo is het niet de moeite waard om te zoeken naar de schoenen en spijkerbroek van de jongen. Die had hij niet aan toen zijn lijk werd gevonden. Ook vinden de onderzoekers het logisch dat getuigenverklaringen van vrienden heel erg op elkaar leken, omdat zij „na zijn verdwijning over hem gesproken zullen hebben”. De nabestaanden van de jongen vonden de overeenkomsten juist opvallend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer