Volgens de organisatie zag het op sommige plekken „zwart van de mensen” en had het speciale Museumnachtvervoer in de havenstad moeite alle bezoekers naar de plaats van bestemming te brengen. Er waren 12.500 passe-partouts verkocht. Daarnaast kwamen er mensen naar podia en galleries die niet in het vooraf bepaalde programma waren opgenomen.

In totaal waren 51 instellingen in Rotterdam geopend voor het publiek gedurende de avonduren. Tijdens het evenement konden bezoekers speuren naar het verleden en zelf nieuwe sporen uitzetten. De afsluitende afterparty in de schouwburg was uitverkocht.

De twee grootste musea van Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen en de Kunsthal, hielden hun deuren echter gesloten. De instellingen vonden de kosten van het evenement niet opwegen tegen de opbrengsten.