Vooral cafés zitten in zwaar weer. Mensen die vroeger een keer in de week naar de kroeg gingen, gaan nu misschien een keer in de 2 weken of nog minder. De exploitanten voelen dat in hun portemonnee. Cafés zien de omzet al bijna 2 jaar onafgebroken dalen. Cafetaria’s en restaurants daarentegen hebben „de grootste kaalslag al gehad, ze zijn stabiel op een laag niveau”, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS.

Opvallend in de cijfers is dat er nu ongeveer evenveel bedrijven failliet gaan als in 2005 en 2006, de jaren voor de economische crisis. „In die periode werden er bijzonder veel horecazaken opgericht. Waarom weet ik niet zeker. Misschien was er een soort hausse en dachten heel veel mensen: horeca is de plek waar je moet zijn”, aldus Van Mulligen.

Niet elk bedrijf overleefde die vette jaren voor de malaise. Van Mulligen: „Het optimisme werd betaald door extra veel faillissementen. Maar als je rekening houdt met het totaal aantal nieuwe bedrijven, viel de zogeheten faillissementsgraad toen nog mee.”

Dat is nu heel anders. Er worden veel minder bedrijven opgericht dan bijna 10 jaar geleden. Minder mensen wagen de gok. „Als je het aantal faillissementen nu vergelijkt met het totaal aantal nieuwe bedrijven, zie je een flinke stijging ten opzichte van 2005”, aldus Van Mulligen.

Voor Koninklijke Horeca Nederland is het glas echter halfvol. Zo stijgt de totale ‘verkoopoppervlakte’ van de horeca. Discotheken, cafés en restaurants worden groter in de hoop dat ze zo het hoofd boven water kunnen houden. Bovendien zien horeca-ondernemers momenteel veel kansen in koffie. „Het aantal koffiebars neemt toe. Dat is nu echt een groeimarkt”, aldus een woordvoerder.