De officier van justitie had 2 weken geleden tijdens de behandeling van de rechtszaak 14 jaar celstraf geëist. De straf valt lager uit, omdat volgens de rechtbank de aanklacht moord met voorbedachten rade niet bewezen kan worden.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte het vertrouwen van het slachtoffer heeft geschaad. De verdachte kwam er geregeld over de vloer en mocht er zijn kleren wassen. „Dit vertrouwen is die nacht op brute wijze beschaamd. Verdachte heeft het slachtoffer zo ernstig toegetakeld dat nagenoeg al zijn ribben en zijn strottenhoofd zijn gebroken. Niet duidelijk is geworden waarom verdachte die nacht in kennelijke razernij deze hoeveelheid geweld op het slachtoffer heeft toegepast”, schrijft de rechtbank in de uitspraak. „Verdachte heeft het slachtoffer vervolgens liggend in een plas bloed achtergelaten, waarna deze is overleden. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.”