Al-J. zat 504 dagen vast in voorarrest voor het drama in het detentiecomplex op Schiphol. De verwoestende brand daar brak op 27 oktober 2005 uit en kostte aan 11 mensen het leven.

De Libiër werd na jarenlange vervolging uiteindelijk vrijgesproken van schuld aan de brand en de gevolgen daarvan. Hij had eerder meerdere keren toegegeven dat hij in de fatale nacht op zijn cel een peukje wegschoot in de richting van het voeteneind van zijn bed.

Al-J krijgt zijn schadevergoeding voor de dagen die hij onterecht in voorarrest heeft gezeten. Achteraf bezien was de voorlopige hechtenis onterecht, omdat de Libiër uiteindelijk is vrijgesproken, motiveert het hof. Het gerechtshof heeft voor de vaststelling van de hoogte van het bedrag de toen gebruikelijke vergoeding van 95 euro per dag „doorgebracht in voorlopige hechtenis onder zwaardere omstandigheden” als norm genomen.

Het Openbaar Ministerie vond bij de behandeling van de zaak over de schadevergoeding dat Al-J. hier geen recht op had. In de ogen van justitie was die detentie niet onrechtmatig, omdat er serieuze verdenkingen tegen de Libiër bestonden.

Advocaat Raymond Frijns van Al-J. reageert teleurgesteld op de uitspraak. „Ons verzoek was rechtvaardig en te verdedigen”, meent hij. „Dan is deze uitkomst best zuur.” Hij overweegt nog met Al-J. om de uitspraak voor te leggen aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.