Vorige week maakten koopkrachtcijfers duidelijk dat 33.000 chronisch zieken en gehandicapten er volgend jaar door alle bezuinigingen meer dan 1 procent op achteruitgaan. Dat stond in schril contrast met een uitspraak van premier Balkenende, die er rond Prinsjesdag van uitging dat de teruggang voor nagenoeg iedereen beperkt zou blijven tot maximaal 1 procent.

Afgelopen vrijdag besloot het kabinet definitief 111 miljoen euro extra te investeren om de zwaarder getroffen minima tegemoet te komen. Minister De Geus (Sociale Zaken) rekent de Tweede Kamer per brief voor dat het aantal van 33.000 chronisch zieken en gehandicapten boven de grens van 1 procent koopkrachtverlies daardoor daalt naar 28.000. Voor zieke mensen met een inkomen tussen minimum en modaal pakken de maatregelen ook beter uit. In plaats van 210.000 zullen 171.000 mensen meer dan 1 procent verliezen.

In de berekeningen is niet meegenomen wat de effecten zijn van collectieve ziektekostenverzekeringen via de bijzondere bijstand. De Geus heeft gemeenten daartoe opgeroepen en bezuinigt op de bijzondere bijstand 80 miljoen minder dan gepland. Het effect daarvan is echter moeilijk te voorspellen, omdat het sterk afhangt van individuele omstandigheden.

Er komt 24 miljoen euro extra beschikbaar om de regeling voor fiscale aftrek van AWBZ-zorg (thuiszorg) te verruimen. Ook medicijnen komen onder de aftrek te vallen. Verder gaat de eigen bijdrage in de AWBZ voor mensen met hogere inkomens met in totaal 7 miljoen euro omhoog en voor lagere inkomens met datzelfde bedrag omlaag.

De Geus gaat ervan uit dat de chronisch zieke en gehandicapte minima nu uit de brand zijn. CDA, VVD en D66 zijn dat met hem eens, de linkse oppositie spreekt van „doekjes voor het bloeden.”