Informatie fatale schoten Irak achtergehouden
AMSTERDAM (ANP). Justitie heeft jarenlang belangrijke informatie achtergehouden, waardoor een Nederlandse militair niet is vervolgd voor het doodschieten van een Irakees in 2004. Het gaat om tien verklaringen van betrokken Irakese agenten. Dat concludeert advocaat Liesbeth Zegveld, die spreekt van „een doofpot bij Defensie”.
Het Openbaar Ministerie bevestigt woensdag dat een aantal verklaringen niet in het toenmalige strafdossier is gevoegd. „Het OM vond deze verklaringen niet relevant voor het oordeel in de strafzaak”, schrijft het OM in een verklaring. „Het OM heeft vanzelfsprekend hiermee geen enkele benadeling van de klager voor ogen gehad.”
Zegveld probeert namens de vader van het slachtoffer de militair alsnog te laten vervolgen. De man die werd doodgeschoten is Sabah Jaloud. Volgens Zegveld is de schietpartij met een kort onderzoek afgedaan omdat de overheid „geen tweede Erik O.-zaak wilde hebben”.
Marinier Eric O. werd aanvankelijk verdacht van moord op een Irakees. Hij loste op 27 december 2003 waarschuwingsschoten op Irakezen, die een container wilden plunderen. Daarbij zou een van hen zijn gedood. O. werd in 2005 uiteindelijk in hoger beroep helemaal vrijgesproken.
Het drama rond Jaloud voltrok zich op 21 december 2004 bij een controlepost ten noorden van de stad Ar Rumaythah. Tijdens een onderzoek naar een eerder schietincident daar die nacht, kwam een zwarte Mercedes met daarin onder meer Jaloud bij de controlepost aanrijden. Dit blijkt uit vertrouwelijke documenten die het ANP heeft ingezien.
Verscheidene getuigen verklaarden dat de auto met hoge snelheid tegen twee olievaten bij de controlepost zou zijn gereden. De betrokken militair stelt in zijn eigen verklaring dat hij schrok, omdat hij dacht dat er werd geschoten. Hij zocht dekking in de berm en toen de auto was gepasseerd, vuurde hij 28 keer op de achterkant van de auto. Hij bleef schieten totdat zijn patronen op waren. Diverse getuigen verklaren dat zijn collega’s hem al eerder hadden gesommeerd te stoppen met vuren.
Het gerechtshof boog zich in 2008 over de zaak, maar vond dat het OM terecht had afgezien van vervolging. Justitie vervolgde de militair niet, omdat hij ervan overtuigd was dat er vanuit de auto werd geschoten en hij zichzelf moest verdedigen.
Volgens Zegveld zou het hof een ander oordeel hebben gehad als de verklaringen van de Irakese agenten bekend waren geweest. Geen van hen heeft verklaard te hebben geschoten. Achteraf bleek niet dat er vanuit de Mercedes was geschoten. Zegveld zet daarom vraagtekens bij de verklaring van de Nederlandse militair.
Volgende week woensdag buigt het Europese Hof in Straatsburg zich over de zaak. Dan komt de Nederlandse Staat met een nadere toelichting.