WESTERHAAR. Waterschappen moeten zichtbaar worden. Ze zouden meer aan de weg moeten timmeren, bijvoorbeeld door het geven van gastlessen op scholen. „Als er geen waterschappen waren geweest, was de wateroverlast van de afgelopen jaren in woonwijken niet zo succesvol aangepakt.”
Dat stelt Gerrit Engberts uit Westerhaar (Ov.). Hij werd in december als SGP’er verkozen tot lid van het algemeen bestuur van het nieuwe Oost-Nederlandse waterschap Vechtstromen. Dat waterschap ontstond per 1 januari uit een fusie tussen de waterschappen Regge & Dinkel en Velt en Vecht.
Voorafgaand aan de waterschapsverkiezingen eind november vorig jaar voerde Engberts, samen met Henk Morsink uit Enter, stevig campagne. Dat leverde de SGP een forse stemmenwinst op én een zetel in het algemeen bestuur, enigszins vergelijkbaar met de gemeenteraad in de gemeente. Morsink werd, net als Jannes Vossebelt uit Rijssen, commissielid van het algemeen bestuur.
Bij de verkiezingen ging de SGP een lijstverbinding aan met de ChristenUnie, die twee zetels haalde. Mede daardoor veroverde de CU/SGP-combinatie met Jan van Hoek (CU) een zetel in het dagelijks bestuur van het oostelijke waterschap.
Volgens Engberts zijn waterschappen onmisbaar. „Ze regelen alles wat met het waterbeheer in hun gebied te maken heeft. Ze gaan over de waterzuivering en beheren de waterstand in droge en in natte perioden. Het waterbeheer moet dan ook nooit bij de provincies worden ondergebracht. Waterschappen weten precies wat er in hun gebied speelt.”
Het beheersgebied van het nieuwe waterschap loopt van Haaksbergen tot boven Emmen, in Drenthe. Morsink is te spreken over de schaal van het nieuwe waterschap. „Het is niet te klein en niet te groot, een efficiënt bestuur. De samenvoeging heeft voor 2014 al een besparing opgeleverd van 11 miljoen euro, zónder gedwongen ontslagen. Na de fusie stijgen de waterlasten niet. In het gebied van Velt en Vecht dalen de tarieven zelfs.”
Het nieuwe waterschap is belast met het onderhoud van 4700 kilometer aan watergangen. „We willen waardevolle landbouwgronden zo veel mogelijk ontzien. De stuwen in de Regge willen we behouden om een historisch reggeschip zoals de Enterse Zomp in de vaart te houden”, stelt Engberts.
Beide SGP’ers benadrukken dat zij niet alleen de belangen van agrariërs maar ook die van burgers behartigen. Morsink: „Een verstandig waterbeheer op het platteland is ook goed voor stad en dorp. Zo bestrijdt het waterschap verdroging. Regenwater dat in de bebouwde kom valt, komt niet meer in het riool terecht. Tegelijkertijd houdt het waterschap water vast in de kleine slootjes. Dat is bestemd voor droge perioden. Als er te veel water in de bebouwde omgeving blijft, wordt het naar bergingsvijvers afgevoerd. Zo zorgt het waterschap voor een optimale hoeveelheid zoet water voor mens en dier. Voor ons heeft dat alles te maken met Bijbels verantwoord rentmeesterschap.”
Waterbeheer houdt niet op bij de grens. Tussen Coevorden en Denekamp steekt Duitsland een heel eind Nederland in. Daarom is het beleid aan weerszijden van de grens op elkaar afgestemd. „Wel kunnen we nog veel van elkaar leren”, stelt Engberts. „In Duitsland worden vistrappen, waar vissen stroomopwaarts kunnen zwemmen, veel soberder aangelegd dan in Nederland. Toch hebben ze hetzelfde effect.”