Personeel op Kasteel de Haar moest hard werken, maar had ook privileges
HAARZUILENS. Zoals alle loonslaven moesten de personeelsleden van Kasteel de Haar in Haarzuilens hard werken. In het bijzonder als de baron van Zuylen van Nijevelt zijn jaarlijkse ontvangst in september organiseerde. Daar stonden echter ook privileges tegenover.
Neem de patissier, de man die speciaal voor het maken van het gebak was aangesteld. Deze seizoensarbeider had een eigen kamer, met nota bene centrale verwarming, een bed met twee kussens, een eigen wasbak en bovendien een schitterend uitzicht op de tuin van Kasteel de Haar.
Kasteel de Haar startte vandaag met de tentoonstelling ”Personeel op het kasteel”. Het grootste kasteel van Nederland, lommerrijk gelegen in het westen van Utrecht, beoogt daarmee een ”ode aan de bode” te brengen. Gisteren hield het kasteel een besloten reünie voor het voormalige personeel.
Beeldmerk van de expositie is een foto van Cor Geelen (1912-1991), huismeester van het kasteel. Geelen was geboren en getogen in Haarzuilens.
Cors vader, Willem (1866-1955), was een weesjongen uit Culemborg. Hij liep in 1895 met zijn gereedschapskist naar Haarzuilens. Daar was de beroemde architect Pierre Cuypers bezig met de grootscheepse herbouw die de ruïne tot het huidige kasteel in neogotische stijl maakte.
Cuypers was vast onder de indruk van zo’n ondernemende jongen en nam hem aan. Willem Geelen trouwde, ging in Haarzuilens wonen en kreeg zes kinderen, onder wie Cor.
Kasteel de Haar was al eeuwen het bezit van het huis Van Zuylen van Nijevelt toen baron Etienne (1860-1934) het in 1890 erfde. Deze had drie jaar eerder de puissant rijke Franse barones Hélène de Rothschild getrouwd. Etienne kon zijn droom, de herbouw van het kasteel, waarmaken.
Al tijdens de herbouw hield de bourgondische Van Zuylen van Nijevelt in zijn vakantiemaand september een grote ontvangst van allerlei bijzondere gasten, ”la grande réception”. Het personeel had het dan bijster druk. Al in april startten de koks, tuinmannen en kameniersters met de voorbereidingen. Vlak voor het feest moest de tuin nog in gereedheid worden gebracht, werden de meubels geboend, bedden opgemaakt, kamers gestoft, werd er eten gekookt en de drankvoorraad aangevuld.
Tijdens het feest was het topdrukte: gasten werden (in later tijden) van Schiphol afgehaald. „De personeelsleden begonnen rond 6.00 uur, met het stoken van de vuren. Na het feest konden ze pas om 3.00 à 4.00 uur ’s nachts naar bed”, zo vertelt Brechje Manschot tijdens een rondleiding.
Toch had het personeel het niet slecht. Niet alleen de patissier, maar ook kameniersters hadden een eigen kamer met verwarming, wasbak, tafel met stoel en normaal bed. Heel wat anders dan de tochtige, lekke zolders waar veel dienstmeisjes het mee moesten doen.
De beloning moet redelijk goed zijn geweest. Barones Hélène schreef trouwens in een brief aan haar man dat zij vond dat hij zijn personeel te riant uitbetaalde. Dat deden zij en haar familie in Frankrijk wel anders.
Meeleven betoonde baron Etienne toen dienstmeisje Dina Stein rond 1910 in het kraambed overleed. Hij betaalde de grafkrans. Maar hij bleef wel zakelijk: er moest snel een andere meid worden benoemd.
Cor Geelen (1912-1991) begon al op 15-jarige leeftijd als hulpje bij de werkmannen van Kasteel de Haar. Hij werkte zich op tot huismeester en had allerhande functies in het huis.
De vijf kinderen van Cor Geelen deden al van jongs af aan allerlei klusjes in september, van plankjes over sloten leggen bij het jagen tot tennisballen rapen op de tennisbaan. Dochter Nellie werd kapster en kwam van haar 17e tot haar 25e in september dames coifferen. Zij stak bij de beroemde sopraan Maria Callas sanseveriabladeren in het haar. Die beloonde Nellie met een door haarzelf gesigneerde langspeelplaat.
De tentoonstelling ”Personeel op het kasteel” is te zien tot en met 31 mei. www.kasteeldehaar.nl