Samen met onderzoekers uit Zweden, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten keek ze naar de kans op zwangerschap na een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. Dat is een zwangerschap waarbij de bevruchte eicel blijft steken in de eileider. Meestal moet zo’n zwangerschap chirurgisch beëindigd worden. Dat gebeurt nu soms met een eileidersparende operatie. Soms wordt de eileider weggehaald.

In het onderzoek van Mol werd een groep van 446 vrouwen met een buitenbaarmoederlijke zwangerschap in tweeën gedeeld. De ene groep kreeg een eileidersparende operatie, bij de andere ging hij eruit. In beide groepen werd iets meer dan de helft van de vrouwen binnen 3 jaar weer zwanger.

„Maar vrouwen bij wie de eileider behouden blijft, hebben wel een groter risico op complicaties. Zwangerschapsweefsel dat achterblijft bijvoorbeeld. Dat moet later weer behandeld worden. Je ziet ook vaker heroperaties”, legt Mol uit.

Doordat de kans op complicaties kleiner is, scheelt het in de kosten om de eileider meteen weg te halen. „Mits de andere eileider gezond is”, voegt Mol daaraan toe. Ze publiceert maandag over haar bevindingen in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet.