Premier Balkenende verklaarde vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie na afloop van het kabinetsberaad dat de bestaande proefprojecten worden voortgezet tot het moment dat er een evaluatie beschikbaar is. De minister-president zei vrijdag dat het in eerste instantie de bedoeling was de evaluatie in het najaar van 2004 te presenteren.

Dat moment is met een halfjaar vervroegd. „Als we enige voortgang in de discussie willen, moeten we snel klaar zijn met de evaluatie.” De zes gemeenten die nu proeven houden met het gratis verstrekken van heroïne, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Heerlen en Groningen, willen graag definitief doorgaan met het project en het aantal deelnemers uitbreiden. Zo heeft Amsterdam momenteel zeventig deelnemers aan het project. Volgens burgemeester Cohen zouden dat er enkele honderden kunnen zijn. De overlast die de zwaar verslaafden met zich meebrengen, is door het proefproject verminderd.

Ook CDA’ers op lokaal niveau zijn voor voortzetting van het project. Zo heeft burgemeester Deetman van Den Haag zich er positief over uitgelaten, evenals CDA-wethouder Paas uit Groningen.

Ondertussen is er ook een aantal andere gemeenten dat graag een project met gratis verstrekking van heroïne wil opzetten. Dat zijn onder meer Eindhoven, Enschede, Haarlem, Zwolle en Apeldoorn.

De CDA-ministers in het kabinet en de CDA-fractie in de Tweede Kamer zijn tegen uitbreiding. Zij vinden dat de overheid door de gratis verstrekking van heroïne de betrokken verslaafden in feite afschrijft. De christen-democraten vinden dat het beleid erop gericht moet zijn om de heroïnegebruikers van hun verslaving af te helpen. De VVD’ers en D66’ers in Den Haag willen de proefprojecten wel omzetten in definitieve projecten en uitbreiden in omvang en aantal.

Balkenende gaf aan dat er geen besluit is genomen om heroïne aan te merken als officieel medicijn. Door de proefprojecten is de overheid feitelijk in strijd met de Opiumwet. Daarom is registratie van heroïne als medicijn noodzakelijk.