Schiphol wil geen andere taxi’s
Directeur G. Cerfontaine van Schiphol heeft minister Peijs (Verkeer en Waterstaat) donderdag uitgelegd waarom hij tegen liberalisering van het taxivervoer op Schiphol is. „Wij hebben een eigen keurmerk voor onze taxi’s en die gaat verder dan er verzorgd uitzien", zei zijn woordvoerster vrijdag.
De minister was donderdag op bezoek bij de luchthaven. De taxiregelgeving op Schiphol verloopt niet zonder problemen. De taxichauffeurs die een vergunning hebben om op Schiphol klanten op te pikken, betalen daar een flink bedrag voor. Ronselende collega’s die niets betalen, maar wel klanten oppikken in de aankomsthal, halen al een aantal maanden het bloed onder de nagels van de bonafide chauffeurs vandaan.
Minister Peijs denkt een oplossing te hebben voor dit probleem, en wel het verder liberaliseren van de taximarkt op Schiphol. Volgend jaar moeten chauffeurs een verplicht examen Nederlands en stratenkennis ondergaan, en dat in combinatie met het keurmerk dat vanaf april wordt uitgereikt, moet voor goede kwaliteit zorgen. Contracten met taxibedrijven zouden dan niet meer nodig zijn.
Cerfontaine ziet niets in het verder liberaliseren van de taximarkt op Schiphol. „Onze situatie is heel anders dan die in de stad. Hier heb je te maken met heel veel buitenlandse klanten die niet weten hoe het werkt in Nederland. De chauffeurs moeten Engels kunnen spreken en we willen bijvoorbeeld niet dat er in de auto’s wordt gerookt. Het belangrijkste is dat er hier 24 uur per dag taxi’s klaar moeten staan voor de klanten. Als je de markt verder liberaliseert dan denk ik niet dat dat nog voorkomt", aldus de woordvoerster.
Schiphol neemt vooralsnog de aangereikte oplossingen van Peijs voor het taxiprobleem niet aan. „De problemen die er waren met ronselende chauffeurs komen niet door het beleid dat wij voeren. Sinds de marechausse de ronselaar aanpakt, gaat het al veel beter. En wij willen eerst wel eens zien hoe dat keurmerk in de praktijk werkt", aldus de woordvoerster.