Communicatie bij crises nog niet goed
De overheid blijft nog steeds achter de feiten aanlopen als het gaat om risico- en crisiscommunicatie met de burgers. In de sterker wordende media- en informatiemaatschappij is de overheid te veel op zichzelf gericht en niet op het publiek.
Tot deze conclusie komt de werkgroep Voorlichtingsraad onder leiding van Hans Siepel, hoofd van het Nationaal Voorlichtingscentrum. In een tijd dat de samenleving risicogevoeliger is, moet de communicatie professioneler zijn, vindt de werkgroep. Het publiek moet volwassener en eerlijker worden benaderd met informatie bij crises en rampen.
Om het tij te keren komt er een landelijk expertisecentrum voor risico- en crisiscommunicatie. Het centrum kan onder meer ondersteuning bieden aan gemeenten die te maken krijgen met een grote gebeurtenis of ramp, zoals in Volendam en Enschede. Daarnaast moet het centrum kennis en expertise verzamelen op het terrein van crisis- en risicocommunicatie en opleidingen verzorgen. Medio volgend jaar moet het centrum een feit zijn.
Te vaak is burgers relevante informatie onthouden omdat overheden vanuit een paternalistische houding bepaalde informatie niet wilden geven of die onnodig willen verzachten, weet Siepel. „Toen de bommeldingen bij de IKEA-vestigingen bekend werden, was er in de media sprake van een terroristische daad. Wij wisten een dag eerder al dat het om een afpersingszaak ging. Toch bleef Nederland urenlang in de waan dat het een terroristische daad betrof. Sommigen wilden de waarheid niet vertellen, omdat ze bang waren dat ze anders de daders in de kaart zouden spelen. Alsof de dader niet weet dat het om een bommelding gaat.”
Het voorlichtingsapparaat van de overheid is er ook voor om geruchten te ontzenuwen door de waarheid te vertellen. Aan de andere kant is overheidscommunicatie vandaag de dag ook meer dan eerlijkheid, transparantie en openheid. „Het is ook belangrijk om te weten wat er leeft.”