Artikel 12: laatste strohalm slachtoffer
RIJSWIJK (ANP). In een artikel 12-procedure bekijkt het gerechtshof of het Openbaar Ministerie (OM) terecht heeft besloten om een verdachte niet te vervolgen. Alleen mensen die direct belang hebben bij de vervolging (berechting), bijvoorbeeld slachtoffers van een misdrijf, kunnen zo’n beklagprocedure bij het hof beginnen.
Deze procedure is vernoemd naar artikel 12 uit het Wetboek van Strafvordering. Het is de enige mogelijkheid om een besluit van het OM om een verdachte niet te laten berechten, aan te vechten en alsnog de verdachte voor de rechter te krijgen. Daarom biedt deze procedure een laatste strohalm voor slachtoffers van misdrijven.
Justitie in Nederland moet in een op de tien gevallen alsnog een verdachte vervolgen tegen wie een aangifte eerder was geseponeerd. Gemiddeld stappen jaarlijks een kleine 2500 mensen naar het gerechtshof om het OM alsnog tot vervolging te dwingen. In veruit de meeste gevallen (circa 90 procent) vangen zij echter bot, blijkt uit cijfers van het OM uit juli 2013.
Hoofd advocaat-generaal Remco van Tooren zag toen het aantal artikel 12-procedures toenemen. In de afgelopen jaren lag dat aantal dus rond de 2500, in de eerste 6 maanden van 2013 waren al ruim 1500 mensen naar het hof gestapt om alsnog vervolging af te dwingen.
De vervolging van Demmink houdt vooralsnog in dat justitie een getuige in Turkije moet horen en nader onderzoek moet doen naar in- en uitreisgegevens in Turkije. Dat gebeurt onder leiding van het landelijk parket van het OM. Het kan zijn dat het OM na dit nieuwe onderzoek opnieuw tot de conclusie komt dat er onvoldoende bewijs is om Demmink voor de rechter te brengen.
In dat geval moet dat besluit aan het hof worden voorgelegd. Dat beoordeelt dan opnieuw of het OM een juiste afweging heeft gemaakt. En in het uiterste geval kan het hof het OM zelfs dwingen de zaak voor de rechter te brengen.