Een school kan de klas de hele week aanmelden. Op vrijdag haalt een bus de kinderen op, de school moet wel een begeleider mee sturen. In Nemo worden ze begeleid door studenten van de Educatieve Faculteit Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam, die hiervoor studiepunten krijgen. De gemeente Amsterdam betaalt de klassenopvang.

De leerlingen doen een speurtocht door het wetenschapsmuseum. Op die manier maken ze kennis met wetenschappelijke en technische zaken. Ook maken de kinderen een eigen website.

Naast de dienst van Nemo bestaat in Amsterdam het project De Zoete Inval. Deze bestaat uit een pool van mensen uit de kunst– en theaterwereld. Als een leraar ziek is, kan de school een beroep doen op de pool. Een kunstenaar of theatermaker verzorgt dan een dag(deel) de les.

De gemeente Amsterdam hoopt dat met verschillende initiatieven het probleem van moeilijk of niet te vervangen zieke leerkrachten op te lossen. „Wellicht dat in de toekomst meerdere musea het voorbeeld van Nemo volgen. Als meer musea meedoen kunnen we een groter deel van de week beslaan", aldus een woordvoerder van de gemeente Amsterdam.