Voordat de eilanden in de verkoop gaan, willen beide gemeenten en de provincie Utrecht samen 13,5 miljoen euro investeren om verwaarloosde beschoeiingen te vervangen en zandeilanden op te knappen. Over 10 jaar willen de overheden helemaal stoppen met hun betrokkenheid bij het beheer en de exploitatie van het recreatiegebied, zo hebben zij dinsdag laten weten.

Amsterdam, De Ronde Venen en de provincie Utrecht zitten sinds 1972 samen in het recreatieschap Vinkeveense Plassen. Amsterdam besloot in 2011 als eerste om daar mee te stoppen. Nu is afgesproken dat de taken worden overgedragen aan een ander schap, maar dat kan alleen lukken als het achterstallig onderhoud wordt aangepakt.

De overheden bezitten samen 20 procent van de legakkers in de plassen, de rest is al van particulieren. De komende maanden wordt onderzocht welke legakkers verkocht gaan worden. Er komt een nieuw bestemmingsplan, waarin uitgebreider gebruik van de eilandjes is toegestaan. De twee gemeenten en de provincie blijven nog 10 jaar meebetalen aan de kosten van exploitatie en toezicht op de plassen.

Wat de verkoop van de legakkers de overheden op gaat leveren, is pas bekend als vaststaat hoeveel eilandjes in de verkoop gaan. Gemiddeld kost zo’n aanlegplaats in de plassen tussen de 15.000 en 20.000 euro.