Helemaal in zijn eentje wil Bialoglowski niet verder; hij zou graag met anderen in een praktijk willen werken. Dan zouden de administratie en de dossiers in elk geval op orde zijn. De cardioloog vindt dat de inspectie „te kwader trouw is” en hem „kapot” wil maken. De IGZ vindt dat Bialoglowski’s werk onder de maat is en dat patiënten bij hem niet in veilige handen zijn.

Advocaat Herman Loonstein zegt dat zijn cliënt bezig was met het verbeteren van de praktijk. Hij had professionele hulp ingeschakeld om de dossiers van de patiënten op orde te krijgen. Als de IGZ zich er niet mee had bemoeid, had Bialoglowski bij een andere cardiologenpraktijk aan de slag gekund. „Maar die haakte af na een opgeheven vinger van de IGZ”, aldus Loonstein.

De inspectie betoogde daarop dat zelfs de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) de praktijkvoering van de cardioloog bijzonder slecht vond. De beroepsvereniging heeft de cardioloog al in 2008 gewaarschuwd én een melding gedaan bij de IGZ. Dat laatste is volgens de IGZ niet eerder voorgekomen. „Na een toezichtstraject van 1,5 jaar bleek dat de dossiers nog steeds niet op orde waren en dat er uitslagen van onderzoeken ontbraken”, aldus de inspectie.

Volgens de inspectie zijn er geen voorwaarden meer te bedenken waardoor de praktijk van Bialoglowski verbeterd zou worden. „Hij schiet fundamenteel en ernstig tekort.”

De rechter doet uiterlijk 21 februari uitspraak.