Stilste plekje is helemaal niet stil
„Dit is dan het stilste plekje van Nederland”, zegt Nico Salm van de verenigde milieufederaties cynisch. Een donker gebrom boven hem verscheurt de stilte. Een vliegtuig in de lucht produceert op de grond nog zeker zo’n 50 decibellen. Daar staan dertig mensen in een schilderachtig bos- en heidegebied rondom een kersvers bankje.
Het zojuist onthulde stiltebankje maakt z’n naam niet waar. Hoe kan het ook anders? Op de achtergrond ruist en bruist het autoverkeer van een van de belangrijkste verkeersaders van Nederland, de A12. In de lucht verstoren vliegtuigen een kwart van de tijd de rust. Alleen de treinen laten zich vandaag niet horen, dankzij de oostenwind.
Het stilste plekje van Nederland is wellicht niet het stilste plekje van Nederland. Dat is de beperking van het gisteren in het Huis te Maarn gepresenteerde onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen ”Op zoek naar stilte”. De Wetenschapswinkel mat het aanwezige geluid op slechts vier stil geachte plekken in Nederland: de watergebieden De Wieden en De Weerribben in de kop van Overijssel, de Zak van Zuid-Beveland in Zeeland en het kersverse Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
De Heuvelrug blijkt het stilst. Uit de metingen bleek dat op de stilste plekjes slechts 36 procent van de tijd een geluidsbron werd gehoord, tegen 38 procent in Zuid-Beveland en De Wieden en zelfs 45 procent in De Weerribben.
Oorzaken? Overal vliegtuigen. Een kwart van de tijd is het vliegverkeer van en naar Schiphol hoorbaar. Daarnaast zijn de kleinschalige recreatiekisten een doorn in het oog van de stilteminnaars. Auto’s vormen de tweede bron van onrust. Die is alleen op de rustige plekjes gemakkelijker te mijden.
In De Wieden en De Weerribben vormen motorboten een belangrijke verstoorder van de rust. Behalve op de Utrechtse Heuvelrug is ook de tractor een onrustbron. In dat laatste gebied zorgt de trein weer vaak voor geluid, terwijl brullende brommers bijna overal een enkele keer de rust verstoren. In Zuid-Beveland maakt vooral de industrie in Vlissingen herrie.
Al in 2001 bleek uit onderzoek van de milieuorganisatie dat het in zogeheten stiltegebieden -waar het geluid niet boven de 40 decibel mag uitkomen- niet stil is. Hoe kan het oprukkende geluid tot staan worden gebracht? Karin de Feyter van Stichting Natuur en Milieu: „De geluidsbronnen moeten we in kaart brengen. Verder moeten we bestaande regels handhaven. Illegale motorraces dienen te worden aangepakt en de maximumsnelheid gehandhaafd.”
Natuur en Milieu wil echter verdergaande maatregelen om de geluidsoverlast aan te pakken. Zo moeten er natuurtransferia komen: grote parkeerplaatsen aan de rand van natuurgebieden om van daaruit verder het gebied in te trekken met fiets of boot, dan wel te voet.
De maximumsnelheid op bepaalde wegen moet terug, vindt Natuur en Milieu. „Bijvoorbeeld op bepaalde provinciale wegen van 80 naar 60 kilometer per uur.” Verder wil de stichting bepaalde wegen autoluw maken. Stil asfalt heeft de toekomst, terwijl geluidsschermen een beproefd middel vormen. Ten slotte kan het creëren van fiets- en wandelroutes het recreatief autoverkeer verminderen.
In het waterverkeer is het geluid te beperken door bepaalde delen af te sluiten voor motorboten. Alleen kano’s en fluisterboten worden dan toegelaten; oplaadstations voor elektrisch aangedreven rondvaartboten bieden soelaas.
De overheid is niet toeschietelijk, blijkt uit de reactie van I. de Boer van Rijkswaterstaat-Utrecht. Toepassing van alle geluidsmaatregelen langs (spoor)wegen kost 1,5 miljard euro. Geluidsschermen komen er vooral bij verbreding van wegen. „Bovendien is er een architectonisch probleem als we allemaal geluidsschermen langs alle wegen bouwen.” Wel wordt er gewerkt aan geluidsarmere treinstellen.
De natuurorganisaties willen echter ook het vliegverkeer aan banden leggen. De kleine luchtvaart ziet ze graag verboden boven alle grote natuur- en stiltegebieden. Kleine vliegvelden bij deze gebieden moeten volgens de stichting dicht of slechts beperkt open. Ook wil Natuur en Milieu in conclaaf met de Rijksluchtvaartdienst om de vliegroutes aan te passen. „We willen stilte-eilanden boven de natuur- en stiltegebieden creëren”, vertelt De Feyter.
Geen overbodige luxe als we Huis te Maarn uitstappen. Een vliegtuig dreunt hoog boven ons. Hoezo stiltegebied?